United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijn »goeden avond!" bij het binnentreden beantwoordde hij werktuigelijk; verder was er tusschen ons geen geluid gegeven. Ik wil bekennen dat ik eene seconde sterken aandrang voelde om den kastelein te schellen.

De kastelein ontving de vijf reizigers, die hem de eer wilden aandoen in zijne inrichting af te stappen, uiterst voorkomend. Het was een dik man, die zeer praatziek was. Daarvan maakte dokter Antekirrt behendig gebruik, en vernam zoodoende zaken, die hem bijzonder belang inboezemden. Al dadelijk wist hij, dat eene karavaan kort geleden van Marokko in het Tripolitaansche rijk was aangekomen.

In de groote gelagkamer van het logement was de kastelein met zijn bediende druk bezig, om een aantal gasten te bedienen, die zooeven met de groote reiswagens waren aangekomen. De meesten hadden het koud en geeuwden. "Nog al plaatsen genomen kastelein?" vroeg een gezet heer die het erg koud scheen te hebben en daarom zijn lange pelsjas nog aanhield. "Dat houdt niet over menheer Baars.

Na zijnen bloedverwanten en vrienden eenen stillen groet te hebben toegestuurd, zette hij zich nevens den kastelein in eenen der groote leunstoelen en zeide tot de aanwezigen: "Heeren, ik heb u de tijding mede te deelen dat onze heer graaf overmorgen te Brugge zal aankomen.

En de knecht zou eens informeren, of de kastelein ossentong in huis had; want dat vind ik bij het ontbijt ontzettend lekker."

"Men voere dan mijn lijk naar de gevangenis!" gromde hij, terwijl zijne oogen zoo bloedig werden en zoo dreigend vlamden dat elkeen aarzelde om hem te naderen. Terwijl de kastelein Arnulf poogde te bedaren, was Robrecht Sneloghe te midden der Kerels geloopen en verkreeg van hen door vriendelijke woorden en gebeden dat zij zich nog stilhielden.

Waar over de Bisschop zo toornig wierd, dat hy den Kastelein van Koeverden, zynde de voornaamste aanstooker van dit werk, benevens de burgers van Groningen, in den ban deed, en voorts ook met zyne macht naar Koeverden trekkende, dwong hy die plaats met geweld tot de overgaaf.

Deze vraag scheen den veldheer en bovenal den ridders van zijn gezelschap zeer te mishagen. Mher Gervaas schudde denkend het hoofd. "Maar, heeren", riep de kastelein ontevreden, "de mannen die ons gevolgd hebben, zijn meerendeels zelf geene Vlamingen. Wij moesten hun toch eenig lokkend voordeel beloven.

"En gelooft gij niet dat men, zoo in den duisteren juicht, ze gemakkelijk zou kunnen verrassen en overhoop slaan?" "Het schijnt mij geheel onmogelijk, heer", antwoordde de bode. "Ik verwittig u dat zij overal, tot zeer verre in het veld, sterke wachten hebben uitgezet en op hunne hoede zijn." "Het is wel; ik dank u. Ga nu tot den heer kastelein en draag hem uwe boodschap."

De kastelein, die voorzat aan tafel, verzekerde mij echter dat er nooit ongenoegen kwam, zoolang ze maar geen spiritualiën dronken, en die waren alleen te verkrijgen in kroegen van mindere soort.