United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Terwijl de mannen in elk geval nog een schaamgordel aandeden, tooiden de vrouwen zich met hare sierlijkste kapsels en met prachtvolle armbanden en halssnoeren. Zoo pronkten zij op de meest coquette manier met hare naaktheid.

Of in het koor, of in het doophek, of daarvóór in het midden der kerk lag een tapijt, stonden armstoelen en taboeretten, de poort van het doophek was vaak met groen versierd en in de tweede helft der 18de eeuw, de dagen der hooge kapsels, was het voor vele dames een zwaar stuk onder die poort door te gaan.

Toen volgden snel, in rijke, bonte kleurschakeering al de anderen: blauwe dames, roode dames, groene dames; jonge meisjes in lichtroze en wit; groote en kleine, oude en jonge, dikke en magere, mooie en leelijke; blonde, bruine, zwarte en grijze, allen ruischend en schitterend van weelde, behangen met kant en juweelen, met sierlijke kapsels, op één lange, bonte, bedwelmend-geurende rij naast elkander geschaard; en tegenover haar de mannen, ook de kleine en de groote, de jonge en de oude, de dikke en de magere, de blonde, bruine, zwarte, grijze en de kaalhoofdige, allen witgedast en zwartgerokt, behalve twee militairen in uniformen die schitterden als nationale vlaggen, en meest allen overvloedig gedecoreerd met kruisen en linten, als kwamen zij van een cotillon-bal.

Evenwel staat het in den Bybel, dan spyt het my, Kind, dat ik het niet wist: want ik ben een dood vyand van spotten. Och Heer! ik dagt dat zy choqueerde op de Kapsels. Zo ik iets op u vermag, bederf uw schoon bruin hair niet ten plaisiere van eene ongevallige mode: anders moei ik my er niet mee. Nu, zoek er eens ter deeg naar, hoor? En schryf my of gy 't wel hebt.

Het is December; zijn hout moet gehakt, en hij gaat rond met zijn opzichter, om te zeggen welke opgaande boomen aan de beurt liggen en welk hakhout het kapjaar heeft bereikt. Ook is de jacht nog niet gesloten, en hij laadt "groote zes" op zijn geweer in plaats van "kleine", want het haas heeft, zoowel als gij, zijn winterpels aan, en als hij tot den donker toe de weitasch over den rechter- en den hagelzak over den linkerschouder gedragen heeft, en het overgehaald geweer in de hand, en een paar hazen en een paar houtsnippen voor zijn vrienden in de stad bovendien, dan eet hij als een wolf, en wèl zoo goed als gij, mijnheer, al gloeide uw kantoorkachel ook nog zoo, en al hebt gij u ook nog zoo geanimeerd op de beurs. Des avonds is hij veel te moe om zich te vervelen; hij maakt zich gemakkelijk met kamerjapon en pantoffels, en heeft het zeer druk over het haas, dat hij in "den looper" schoot en dat schreeuwde als een kind; het haas, dat hij vlak in de "kamer" schoot, en morsdood lag; en het haas, daar hij "de wol" heeft zien afstuiven, dat ook werkelijk over den "bol" buitelde, maar toen de beenen weer opnam, om hier of daar in een verborgen hoek te gaan liggen sterven; of wel, met het wagen van gissingen, waar dat haas mag zijn gaan "drukken", dat hij in de wijdte opgaan zag, en waar de snippen mogen zijn neergevallen, daar zijn geweer op geketst heeft. En zijn gezin en buren, om den haard vergaderd, hooren met belangstelling en welgevallen nog eens naar de oude jachtfeiten, van de drie hoenders met de twee loopen, en van de twee eenden in één schot! Komen ook de boeren niet betalen en daarbij hunne huiselijke zaken openleggen? En komt de dominé niet om een partij te schaken? En schrijft gij zelf, daar binnen de muren, geen boeken genoeg voor hem? En krijgt hij niet tweemaal in de week een heel pak couranten, waarin hij tot zijn groote stichting leest van de bezoeken van koningen en prinsessen in de hoofdstad; van tabliers van diamanten en toiletten van goud; van acteurs die uitmunten in hun nieuwe rol; van groote, grootere, grootste, allergrootste, en extra allergrootste virtuozen; van stikvolle zalen, schitterende kapsels, en onvermengd kunstgenot; van plombeering van holle tanden, die hij niet noodig heeft, en "Source de vie, Levensbron"

Zij waren misschien bang, dat de auto hun zou ontsnappen en met haar hunne verdienste. Ze kwamen aan, schreeuwend als een bende roovers. Wat een wonderlijke kostumes en kapsels! Een verscheidenheid als in "la Cour des miracles" oude mannen, jongens en kinderen Chineezen en Tartaren bedelaars en mandarijnen-typen, armoede van vroegeren en lateren tijd.

Het was naast de lijdensstof en de laatste dingen vooral de bestrijding van weelde en ijdelheid, waarmee de volkspredikers zoo diep de menschen aangrepen. Het volk, zegt Monstrelet, was broeder Thomas vooral dankbaar en genegen voor het neerwerpen van praal en opschik en in het bijzonder voor den blaam, waarmee hij adel en geestelijkheid overlaadde. Hij placht, wanneer aanzienlijke dames zich met hun hooge puntige kapsels onder zijn gehoor waagden, de kleine jongens op haar aan te hitsen (met belofte van aflaat, beweert Monstrelet), met den kreet: au hennin, au hennin! zoodat de vrouwen gedurende al dien tijd geen hennins meer durfden dragen en gehuifd gingen als begijnen, "Mais

Ik ben bij Gymnazium, niet waar? Ja, beaâmde de dikke voormalige, met vetten glimlach, beleefd terug. En gij zijt de dominus? Die ben ik. Ik heb uw hulp noodig, Gymnazium.... Ik heb bij mijn troep op dit oogenblik geen kapper. Kunt gij mij helpen met de kapsels voor mijn komedianten, die geen masker dragen? Over drie dagen is de eerste voorstelling in het Theater van Pompeïus....

Maar al vóór den laatsten dans begonnen veel menschen afscheid te nemen; het werd stiller in de zaal; loom wandelden de paren rond. De meisjes zagen er moe uit, de bloemen waren verlept en slap, de kunstige kapsels afgezakt en een beetje verward. De heeren werden nonchalanter in hun manieren. De oude dames trokken leelijke gezichten om 't geeuwen te bedwingen. Er werd bouillon gepresenteerd.

Een paar heeren-gasten, jonge menschen, trokken heel langzaam met quasi-luchtig glimlachende gezichten hun handschoenen aan en drie jonge meisjes stonden vluchtigjes te schikken en te plukken aan kapsels en japonnetjes en te ginnegappen, zacht, zenuwachtig fluisterend met kleine gilletjes, terwijl 'n statige grijze ma, wachtend, gereed om naar binnen te stappen, hen zwijgend opnam door haar hoornen lorgnon.