United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarvan was een tros getrokken naar hetzelfde ijs, waar wij aan vast lagen; een andere tros was aan den wal bevestigd. Het ruim was vol water, en een menigte leege vaten dreven erin rond. Met hun toestemming namen wij wat wij noodig hadden, vooral takelwerk, blokken, lantaarns en dergelijke. Een klein kacheltje werd ook met vreugde ontvangen.

De handen om de knie geslagen, keek-ie 'r aan, snel de kamer doorstarend, als 'r oogleden open kwijnden. 't Kacheltje brandde. Op de plaat stond 'n steenen kan met schokjes-schuddende koffie. Bij den kolenbak lei 'n poes als 'n wolprop gekrinkeld. "Ken 'k je met wat diene?" , vroeg-ie, meenend dat ze 't benauwd kreeg.

En as je eens of twee maal in de week je aarappelschille in je kacheltje gooit, dan heb ie nooit 'n schoorsteenveger van noode ... Daar gaat alle roet meteen 't pijpie mee uit ... Da's wèl niet mooi , aarappelschille verbrande? want je heb diere die ze vrete en d'r 't menschdom melkie voor geve ... "Nou, kan je d'r nou 's niet op je gemak bij gaan zitte?

Paarden en wagens, stootkarren en fietsen spoedden voorbij, als voortgezweept onder de dreiging van een ijselijk onweer; kudden van beurelende runders en kudden van angstige menschen; moeders die huilende kinders voortsleepten aan beide handen, zonen die een lammen of zieken vader op een kruiwagen vervoerden, luidjes die, met vereende krachten, trokken of stieten aan karretjes, volgestapeld met een paar stoelen, een tafel, een matras, een kacheltje, een vogelkooi, mannen met afgetrapte zolen en barvoets, vrouwen met krom-geloopen hooge hakken en een bebloemden en bepluimden zomerhoed die afhing op hare losgeraakte haren, absurd.

Lieven Lazare bad dat ze zouden neerzitten. Hij ging het vuur aanpoken en roerde den rooster van een grauw kacheltje dat, met een beroeste buis, in het dakgat zat. Hij antwoordde niet op wat hem Doening gezegd had. Men hoorde in het nevenkamertje een hamergeklop. Iemand timmert hiernaast, sprak hij. Ik ben nog niet in orde met mijne nieuwe woonst.

"Ik heb mot gehad met Bavink". zei i. "Is 't waarachtig?" zei ik. Van Hoyer had ik al gehoord dat ze bij dag en bij nacht samen rondscharrelden, dat ze in één bed sliepen, Japi onder 't laken en Bavink er boven, dat ze om beurten jenever hadden gedronken uit 't ééne bierglas dat Bavink nog had. "Ik heb z'n kacheltje kaduuk gestookt, Zondagavond." In één avond hatti 't kapot gestookt.

En 'k heb dat leve slechs zeve dage volgehouwe, alhoewel 't ondergeteekende zeer wel beviel, niet zoozeer om te geure, as om me misdadige plan ten uitvoer te brenge. Hetgeen helaas mislukt is, waar ik op hede toe geen spijt van heb ... want dan zat ik me hier nou niet bij jouw kacheltje te warme.

Eerst werd geregeld haar kacheltje aangelegd, vóor zij opstond, met de harde tikkende en grommelende ijzergeluiden, maar later, toen de zomer vorderde, gleed zij in de stilte der luwe atmosfeer uit het ledikant, schelde Marie, deed haar peignoir aan, en ging, een beetje moe, voor haar toilettafel zitten.

Bij zeer strenge vorst is het geraden, het toestel of kacheltje ook des nachts, al is het niet hoog, te laten branden. Het luchten der vertrekken. Een plant heeft voor haar goede ontwikkeling lucht, licht, warmte, vochtigheid en voedsel noodig, en wel alles in de juiste verhouding.

Ofschoon de dag nauwelijks de stille stad omblauwde, was Lieven Lazare niet te bed. Hij zat met Johan Doxa, den eeuwigen Gothieker, bij een vonkend kacheltje en onder de bibberklaarte van eene lekkende kaars. De deur was niet dicht en Simon, die zonder kloppen was binnengekomen, zag hunne bleeke koppen te gelijk opkijken naar hem.