United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zullen huizen in het dichtste van het bosch, in de eenzame, zonnige duinen of in het riet aan den vijver. Ik zal u overal brengen, op den bodem van het water tusschen de waterplanten, in de paleizen van elfen en in de woningen van de kabouters. Ik zal met u zweven over velden en wouden, over vreemde landen en zeeën.

"Dat waren zeker andere kabouters dan ik," zei hij. "Maar ik zal je halster losmaken en de deur voor je opendoen, dan kun je naar buiten gaan en uit een van de plassen op de hoeve drinken, en dan zal ik probeeren op den hooizolder te klimmen en hooi in je krib te gooien." "Ja, dat zou altijd wel wat helpen," zei de koe.

Toen hij een uur later te bed lag, speelde 't hem weder door 't hoofd, en toen hij insluimerde, in dat nevelig oogenblik dat de gedachte, als de vogel uit de fabel, die in een visch verandert, om de zee over te gaan, allengs den vorm des drooms aanneemt, om in den slaap over te gaan, zeide hij bij zich zelven: "Inderdaad, het gelijkt wel naar 't geen la Rubaudière van de kabouters verhaalt.

Het was heel mooi! Verhaaltjes zijn altijd mooi.... Heb je wel eens kabouters gezien? Die zitten hier 's avonds bij 't brugje, in de schaduw. Je kunt dan hun oogen zien glinsteren in 't donker, als ze kijken naar de elfen die in 't maanlicht over 't beekje zweven. Elfen komen alleen in 't licht: in 't maanlicht. O! ze zijn zoo mooi! Ze dansen, met bloemen en kransen.

Zijn kleine handjes balde hij tot vuisten, en dreigend schudde hij ze. "Dat zal ik je betaald zetten, boer," zeide hij ten laatste. Hilbert schaterde het uit. "Probeer 't maar, kleine kleuter, als je kunt." Niemand van de overige kabouters, die 't veel te druk hadden met zang en dans, bemerkte, wat er was geschied.

"Zulke houten zijn een onoverstapbare dwarsboom voor alle tooverheksen, duivels, spoken, kabouters, nikkers en ander helsch gespuis." Van ongeduld schier buiten zich zelven, greep de jongeling de stokken van den grond en wierp ze tot beneden de trap. "Gij zoudt mij eindelijk nog de koorts doen krijgen, of mij zoo dom maken als.... als een visch."

De geleerden, de wijzen zeggen «neen» de dorpslieden, vooral de ouden van dagen beweren «ja». Zij kennen zóovele sprookjes waarin feeën en kabouters voorkomen en zijn die niet «waar gebeurd» ze zijn toch lief en schilderachtig mooi. Willen we maar voor «een keer» onderzoeken of de voorspelling der fee is uitgekomen? Zoo volgt mij en beantwoordt de vragen, die ik u stellen zal.

De velden van ijs zijn bedekt met zwarte, snel-voortlijnende figuurtjes, donkere kabouters ijlend en vluchtend tusschen de randen van sneeuw. De tenten verschaduwen stil haar rieten, geel-doffe wanden. Vlaggen, rood-wit-en-blauw, rimpelen zacht, bits klapklepperend in den wind. Over het heele water gaat het stemmengejoel van drukke, bewegende menschen.

Van esschenhout maakt men kruisjes en stelen voor kerkezakjes. Johannes werd nieuwsgierig naar die kleine, vlijtige kabouters, en hij liet Windekind beloven, hem bij één van hen te brengen. Lang was hij reeds bij Windekind geweest, en hij was zoo gelukkig in zijn nieuw leven, dat hij nog weinig berouw gevoelde over zijn belofte, al het achtergelatene te vergeten.

De slechte stiefmoeder zei in haar brief aan den koning, dat zij zelf hierover niet verbaasd was, ofschoon zij zich zijn teleurstelling kon voorstellen en het haar om zijnentwil veel leed deed. Zij zelf had echter de jonge koningin er reeds lang van verdacht te groote vriendschap te koesteren voor kabouters en feeën en allerhande soorten booze geesten.