United States or Rwanda ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Bij Sint-Momus!" zeide de hansworst, terwijl hij trillende van angst op de knieën viel: "ik zweer u, mijne goede Heeren, dat zoo hier paarden gestaan hebben, de kaboutermannetjes ze hebben weggehaald, of dat zij op de lucht van meester Cezar gevlucht zijn; want ik heb ze niet gezien en de kokeler kan getuigen...."

En dan die mooie dansmuziek! Waar kwam die toch vandaan? Frits keerde zich om en ja, daar zaten ze, de muzikantjes, ieder op een grooten, bontgekleurden paddestoel. Allemaal kaboutermannetjes, hoor! en die bliezen en fiedelden er zoo lustig op los, die speelden dan toch wel zulke prettige, vroolijke wijsjes, dat de voeten er vanzelf op begonnen te dansen, of ze wilden of niet.

Eigenlijk verschillen van deze groep de kaboutermannetjes, ook wel boezemannen en kobolden geheeten. Zij zijn aan het huis gebonden en vertoeven meestal in de daksparren. Hulpvaardig staan zij den boer in het ploegen van het land, den molenaar, den timmerman enz. in al hun bezigheden ter zijde. Boekenoogen, van de klabouters of nachtwerkertjes had.

Maar men zal mij moeten toegeven, dat de vorm van dit volksgeloof in de vereering zoo daarvan sprake kan zijn van het gemoedelijk volkje der aardmannetjes en kaboutermannetjes op vaderlandsche bodem al bizonder onschadelijk is.

«Het is ongeloofelijk, hoeveel oudere menschen er zijn, die mij zoo heel graag zouden willen hebbenzeide Ole Luk-Oie. «Dat zijn inzonderheid diegenen, die het een of ander kwaad gedaan hebben. «Goede, kleine Olezeggen zij tegen mij, «wij kunnen de oogen niet dichtdoen, en zoo liggen wij den heelen nacht en zien al onze booze daden, die als kleine leelijke kaboutermannetjes op den rand van het bed zitten en ons met heet water bespuiten; mocht gij maar komen en ze wegjagen, dan zouden wij gerust kunnen slapenDaarop slaken zij een diepen zucht. «Wij zouden er waarlijk graag voor betalen.

Wij zagen er de Ainu's, die in Yezo leven, het Noordelijkste punt van Japan, en die, volgens sommige schrijvers, de oorspronkelijke bevolking van Japan uitmaakten. Het is nog een zeer primitief volk. De mannen zijn breed en zwaar gebouwd, met lange, zwarte of grijze baarden, en zeer klein van gestalte. Zij gelijken precies op de kaboutermannetjes, die in steen zooveel in onze tuinen voorkomen.

Dan ziet men ook op vermolmde boomstronken tallooze kleine, witte stompjes, met zwarte topjes, alsof zij verbrand waren. Sommige wijze menschen houden ze voor een soort zwammen. Doch Johannes leerde beter: Het zijn kaarsjes. Zij branden in stille herfstnachten, dan zitten er de kaboutermannetjes bij en lezen in kleine boekjes.

Nadat wij twee aan forellen en snoeken rijke rivieren, de Alfa en de Heta, doorwaad hadden, waren wij des avonds verplicht den nacht door te brengen in een verlaten bouwval, waardig om bezocht te worden door al de kaboutermannetjes der noordsche fabelleer; zoo veel is zeker dat de geest der koude er zijne woning had gevestigd en ons den ganschen nacht met zijne guiterijen kwelde.

't Is een werkelijkheid geworden sprookje; alleen de kaboutermannetjes en zilverschitterende elfjes moeten nog uit de rotsspleten en holen te voorschijn komen om de sproke te volmaken. De gedachte is één poëzie en de uitvoering kunst! Maar wáár is de kunst zonder poëzie? Al wat goed, wat hoog, wat heilig is, in één woord al wat schoon is in 't leven, is poëzie!

Terwijl hij dapper stand hield, deed Yoshitsune navraag, wie die reus was, en werd hem medegedeeld, dat het de Koning der Tengu was dat wil zeggen, de Koning der kaboutermannetjes uit de bergen, levendige wezentjes, die zich herhaaldelijk bezig hielden met allerlei fantastische streken. De Koning der Tengu was Yoshitsune zeer vriendelijk gezind.