United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gij hebt schilders, wier manier van de Italiaansche verschilt, doch die op hunne wijze met het penseel weten te tooveren en begoochelingen teweegbrengen, waardoor men de natuur zelve waant te aanschouwen: gij hebt bouwmeesters en beeldhouwers, zoogoed als zij ergens te vinden zijn: uw orgelspel overtreft al wat ik ooit gehoord heb; uwe schrijnwerkers, juweliers, goudsmeden en andere kunstenaars van dien stempel zijn de voortreffelijksten, die men vinden kan: uwe drukkerijen zijn de beste van Europa; in elk ambacht levert gij de meest gezochte stukken werks: ja ik zou niet weten in welk vak eenige stad u den prijs kon afwinnen."

Na de diepe ellende van de staking, 't tergend geduld van de juweliers, de grijnzende wanhoop dat 't eind 'r was, dat ze nutteloos hadden gevochten, dat ze verdeeld, uit elkaar geslagen 'n vragende hand zouen moeten ophouen, klonk 't bericht zoo geweldig, 't bericht dat duidelijk zei hoe zwak de juweliers zich begonnen te voelen, dat de groote menschen verrast zwegen, kijkend naar Dovid's lachrig-verheugd gelaat en de kinderen van den weromstuit even stil bleven.

Hier de Keizerlijke bibliotheek, met hare rijk gebonden handschrfften, ginds de werkplaatsen der goudsmeden en juweliers, de laboratoriën ter vervaardiging van reukwerken, de uitgebreide magazijnen en keukens, en eindelijk ook, behalve nog de arsenalen der vesting, de stallen der paarden, olifanten en kameelen, die meer in 't bijzonder voor den Keizer zelf en zijn gevolg waren bestemd.

Doch zooals Jupiter Silenus' ezel onder de sterren een plaats gaf, en Alcibiades zijn schilderijen, die uilen en apen voorstelden, met een gordijn bedekte, waar leeuwen en arenden op geborduurd waren, zoo zijn wij gedwongen bij een ruw verwijt met gladde tong ons te verontschuldigen, aan juweliers gelijk, die een barst in een steen trachten te verbergen door hem diep in het goud te zetten.

"Mod-je na bed zonder vrete?", snauwde Mijntje, die 'r 't meest ontzag onder had. De herrie zakte en hijgend, kurkig van zenuw-wrokking, klonk nog eens Dovid's stem: "wij gane winne! De juweliers de juweliers hebbe vanmiddag 'n brief 'n brief geschreve "... Trillend van 't nieuws dat-ie kwijt was, hapte-die naar adem.

In de Shariah-Kamel, op het Operaplein en in aangrenzende streken heeft men mooie winkels. De juweliers hebben prachtige uitstallingen; er zijn veel parfumeriewinkels en nog meer banketbakkers.

"Met 'n nieuwe raakt 't nie ongedaan, jònge. Nee, jònge! Jij hei die avond je geloof in de gracht gesmete 't geloof van je vader, je grootvader, je òver-òvergrootvader. Jij hei geen geloof meer. Gistere-avond, toen Dovid van de juweliers vertelde, hei-je al zoo ies gezeid van géén zegen van God. Ken je dan geen zociaal weze as Dovid zeit dat jij bin zonder je geloof te verlieze?"...

Deze zelfde symbolische figuren, met vele anderen, die ik hier niet allen noemen kan, komen wederom voor in de patronen der kostbare, van zijde, goud- en zilverdraad geweven stoffen, die de glorie uitmaken der wevers van Kioto; en in de graveersels der gouden, zilveren, koperen en stalen platen, waarmede de japansche juweliers de grepen en scheden van sabels, de draagbare schrijftoestellen, de pijpen en tabaksdoozen versieren; en eindelijk ook in de versieringen der tallooze gereedschappen, vaatwerken en ornamenten van lakwerk en porselein, waarin de grootste weelde der japansche huizen bestaat.

Ge ontvangt een indruk van eigenaardig leven en vroolijke opgewektheid, ondanks de zeer enge grenzen, waarbinnen ge u beweegt; alles zegt u, dat, niettegenstaande de wisselingen der tijden, hier nog welvaart en rijkdom te vinden is. In den Stradone ziet ge eene menigte winkels van goudsmeden en juweliers, en niet minder magazijnen van kleederen en borduurwerk.

Nou-ie door geweld en ruzie, was gedwongen geweest, 't werk neer te leggen en weken en weken op de stakers had gescholden, de pooiers en vuilike die 'm 't brood uit z'n bek hadde gescheurd voelde-die nou toch ièts van den massalen roes, iets van de vreemde vreugde die Eleazar deed opbonzen. "Hebbe de juweliers geschreven!" , riep-ie: "en wat? Hoe weet jìj dat?"