United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar hebt u bij voorbeeld juffrouw Wanner, die, zooals ik toevallig vernam, ook voor ú werkt, zij onderhoudt immers haar bejaarde ouders geheel en al." "Wel wel luitenant," lachte Justine: "u bent wel vlug met je manoeuvres. Je springt al heel behendig van het eene terrein op het andere over. Modistes zijn geen actrices.

Dina!" schreeuwde Johan, zoo hard dat de vestibule er van weergalmde. De kamenier kwam op het geroep spoedig naar voren, en bracht den arts naar de zaal waar zich Justine bevond.

Van Guntheim was door Justines koude gevoellooze woorden pijnlijk getroffen. "Uw oordeel is bitter hard," zei de officier: "Ik hoop juffrouw Justine, dat u in scherts dat vonnis hebt geveld, want anders...."

"O Lamartine!" zeide Justine weder, die nooit toegaf, zelfs niet, nu Van Bierenstag haar krachtig meende te hebben vastgezet: "Ja, die kan zooveel dichten als hem goeddunkt; maar ik heb zoowel mijn opinie als hij, en, al zegt hij een actrice driemaal den hemel toe, ik zou wel eens willen weten waar dan de Godsdienst voor noodig is.

"Zeer wel mevrouw," zei Johan, en vertrok. Charlotte kwam met Jeanne reeds de zaal binnen toen de knecht die verliet, en op hare vraag: "Wat is dat?" klonk het antwoord der moeder: "O, misérable! Justine heeft de sottise gehad te vallen nu we juist klaar zijn. Ik ben er heusch verlegen mee. Monsieur le baron, u zult je met de mama moeten vergenoegen.

"Uw dochter moet van de trap zijn gevallen," antwoordde Van Bierenstag, daar Justine zelf niet in staat was te antwoorden. "Lieve hemel, hoe dwaas! zoo'n leven!" zei mevrouw: "Men zou er van schrikken," en na die woorden keerde zij naar hare kamer terug om den tooneelkijker te halen.

Nu zij heeft er niets bij verloren; een uur geroep en geklap, en dan een wandeling over de morsige straten naar huis! Ga binnen dokter; et toi mes filles, zoo je bij Justine gaat, zeg haar dat mama dadelijk eens komen zal. Ah, quelle fatigue!"

Charlotte, Jeanne en Van Guntheim lachten om deze opmerking, maar Justine vond zoo iets van den jonker al heel onaangenaam, en de douairière, die een vredebreuk tusschen hare dochter en den jonker niet wenschelijk achtte, zei zacht tot Justine die iets pikants op de lippen had: "Pourquoi se fâcher!" en dan luider: "Lieve hemel, wat gaan ons die tooneelmenschen aan! Ze zijn er om ons te amuseeren.

Intusschen was Justine in het salon op de canapé gelegd, en de vrienden, die zich, na het vertrek der dienstboden, met het in zwijm liggende meisje alleen bevonden, zagen elkander vragende aan, beseffende dat er hulp noodig was, hoewel zij die niet konden verleenen.

Neen, zie, ik ben immers niet schoon, geen genie geen....?" "Stil toch mijn lieve Justine," viel mevrouw Van Tal hare dochter in de rede, terwijl zij nu met een angstig gevoel, den strakken doffen blik van haar kind opmerkte: "Justine, spreek toch zoo wonderlijk niet," en, in het moederlijke hart wakkerde de vonk weder aan, die door hoogmoed en wereldzin bijna was uitgedoofd.