United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Engelsche taal was de officieele congrestaal. 15 October 1911. Van Johannesburg naar Durban is weder vier-en-twintig uur in den trein. Maar, dat was nu eens een aangename reis. Precies acht uur vertrokken we 's avonds van Johannesburg en daar er door de duisternis niets was te zien en wij een vermoeienden dag achter den rug hadden, legden wij ons al heel spoedig te slapen.

»Ze spraken, dat de ruiterij van Rhodes binnen drie of vier dagen gereed zou zijn, om over de grenzen te trekken, Johannesburg ter hulp zou komen en Pretoria innemen." »Dat zaakje zal hun toch nog niet meevallen," zeide Frits Jansen met een flikkering van zijn blauwe oogen. »Maar hoe kondt gij dat alles hooren?" vraagde hij op eenigszins ongeloovigen toon.

Zij, die onze rechten behoorden te verdedigen, zijn onze grootste vijanden. De politiek der Regeering wordt beheerscht door heftige vijandschap tegen de Engelsch-sprekende bevolking. De staatkunde van geweld komt thans openbaar; te Pretoria wordt een fort gebouwd, en spoedig zal nog een ander fort worden gebouwd, om Johannesburg bang te maken.

»Wilt ge 't zoo noemen mij is 't goed," zeide de Voorzitter. »De hoofdzaak is, dat wij ze hebben," liet hij er op volgen onder krachtigen bijval. De Voorzitter sprak de waarheid: men had de wapens. Op sluwe manier waren zij Johannesburg binnengesmokkeld.

»O neen, oom Kloppers," zeide Marling met warmte; »zij zal niet verkwijnen in de goudstad. Ik zal over uw veldbloemke de wacht houden, en het beschutten voor de hitte van den dag en de koude van den nacht. En gij komt elk jaar in Johannesburg eenige weken logeeren, en gij zult u verkwikken aan den glans van uw veldbloemke!" Maar de oude Voortrekker schudde het hoofd.

Een klein aantal listige mannen binnen en buiten het land hebben de arme ingezetenen van Johannesburg en omgeving kunstmatig opgestookt; onder den schijn van voor politieke rechten te strijden dag aan dag als het ware opgehitst; en toen zij in hun waanzin meenden, dat het oogenblik gekomen was, hebben zij een Dr. Jameson de grenzen der Republiek doen overtrekken.

»Over Cecil Rhodes?" »Dat heb ik niet gehoord, Baas." »Ze willen naar Johannesburg," ging de Kaffer voort op gedempten toon; »daar zou dan een opstand moeten uitbarsten. Maar ik begrijp dat niet, Baas!" »'t Is ook niet noodig," meende Frits.

Mijn Hollandsche medereizigster en ik zaten aan een tafel met 8 Engelsche heeren, waarvan een in Johannesburg mede-eigenaar van een diamant-mijn is en daar reeds 30 jaar woont, doch heel en al een jingo is gebleven. Twee jonge mannen, die voor het eerst naar Zuid-Afrika gingen, om daar in een handelsbetrekking geplaatst te worden, waren onze overburen.

»Mankeert er iets aan Vader?" vraagt hij vol bezorgdheid, doch de grijsaard antwoordt kalm: »Ik had van nacht maar eene kleine duizeling," en nu hij weer in het zadel zit, zit hij, schijnbaar ten minste, zoo stevig als ooit. »Waarom zijt gij niet eerst mee gegaan naar Johannesburg?" vraagt Lena met een zacht verwijt in hare stem.

»Ik heb hem te Johannesburg gekocht," zegt Marling. »Wat heb je er voor besteed?" »Vijftig pond." »Vijftig pond dan hebben ze je leelijk beet gehad. Zie je dan niet, Charles, dat het beest dood versleten is?" »Hoe moet ik dat zien?" is zijn wedervraag. »Heb je hem dan niet in den bek gekeken?" »Wel neen," zegt hij met grappige onbeholpenheid, »daar heb ik geen verstand van."