United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo werden, om enkele voorbeelden te noemen, van bijna alle Nederlandsche dichters werken nagedrukt of buiten toestemming van den auteur uitgegeven, o.a. van: Vondel , Constantijn Huygens , Starter , Brederode , Poot , Jeremias de Decker , Jacob Cats.

Al heeft de doot het lijf verslonden: De Faem is aen geen graf gebonden. De deugd verduert het koud gebeent. en Jeremias De Decker drukte zich aan het slot van een lofzang op onzen held aldus uit: "Doch schoon het lichaem moet verwelken en vergaen, De naem van Marten Tromp zal euwichlick hestaan, Tot schande van den Brit, tot lof der Batavieren." De tanden zijn overleefd.

Omtrent de verhouding van de Patroons tot de Compagnie, van wie ze oorspronkelijk de gelegenheid hadden gekregen, om geld in landbouwondernemingen te steken, geven de documenten velerlei wetenswaardigs, waarop de heer Tutein Nolthenius niet nalaat de aandacht te vestigen, evenals op de latere historie der kolonie, die eindigde met den overgang van het land in engelsche handen tijdens het patroonschap van een der zoons van Kiliaen, Jeremias van Rensselaer.

Eerst in 1836 gaf Albert Bitzius zijn "Bauernspiegel oder Lebensgeschichte des Jeremias Gotthelf" die alom grooten opgang maakte en den schrijver zelfs als "den Shakspere van het dorpsleven" deed prijzen.

Doch, hoe weinig er bekend is van Auke Stellingwerf, dien, verheven tot Luitenant-Admiraal, hooggestemde lofverzen van de Hollandsche dichters Jeremias de Decker en Heiman Dullaert ten deel vielen, dit heeft mijn vriend de Heer Mr. J. H. Beucker Andreæ ondervonden bij zijne vergeefsche poging, om een levensberigt van dezen zeeheld zamen te stellen.

Heilige Jeremias! hoe verschilde ze van den toon, waarop hij gewoon was mij om een stuk gebraad te vragen! de hond heeft wel eens van Kerstdag tot Driekoningen met mij gezwelgd." "Geduld, edele Athelstane," zei de Koning, "schep adem, vertel uwe geschiedenis op uw gemak; waarachtig zulk een verhaal is even aardig om aan te hooren als een roman!"

Billijkerwijze zij gezegd, dat die man in de kerk niet erger is dan elders, want hij is overal een vlegel jaloersch, twistziek, onherbergzaam, onhandelbaar. Maar zet als een tegenwicht tegen zulk een misbruik van de bank nu eens mijn besten ouden vriend Jeremias Goedhart.

Was dit echter gevolg van al te groot leeftijdsverschil, dan kon het wel door de openbare meening worden veroordeeld, maar moeielijk door de wet worden tegengegaan. Natuurlijk geschiedde dit meest om het »heilig goud«, gelijk Jeremias de Decker in zijn puntdichten zegt: »'t Geld geld nu meer als d'eer, 't goud word als God gesmeekt, Men juycht als Pluto pleyt; men dut als Plato preekt«;

"Vlucht, riep hij uit, vlucht dezen Jeremias; tracht hem niet van zijn verleden af te leiden met onbetamelijken troost, want het staat geschreven: gij zult met brood niet dengenen opbeuren, die over den dood van zijne moeder, of van zijne gade, of van zijne dochter weent!"