United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nogmaals vernemen wij nu van Janboer en Trijntje een: "Sloap wel!" en niets treft meer onze ooren, dan het onophoudelijk tik, tik, tik, der staande klok met de scheepjes. Op ongeveer twintig schreden afstands van Janboers woonhuis met achterdeel, stond de groote of hooge schuur.

Ja, volkomen, moar zie, Jenneke goeng 't huus niet uut. Neen, al vond Jenneke 't ook niet zoo heel verkieslik, dat was niet anders, de jongeluu trouwden bij de ouwers in. En Berend? Berend was, drie weken na zijn vertrek uit Janboers woning, in de functie van koloniaal te spreken, aan boord van de Eendracht, liggende te Harderwijk.

Wat 'r gepessierd is, is gepessierd, en doar zal ik, en Jozef en gij, nieweer over sprêken. Nou Jozef hm! hm!....." Janboers gelaat was door den tabaksdamp geheel onzichtbaar: "nou Jozef, a'j dan veur Jenneke den rechten Jozef wilt zin, dan geluk d'r mee, we zullen oe as zeun beschouwen. Pas moar goed op, dóár hei'j mien hand.

"'k Zal 't niet lang meer moaken," hervatte Jozef: "dat gleuf 'k; moar 'k zal bij God veur oe bidden, en dan zal God oe ook verder wel zêgenen. Nou zie'k muû. Lêft soamen wel." "God! hie starft!" riepen Janboers vrouw en dochter als uit éénen mond, en juist wilde Janboer den dokter te gemoet loopen om hem tot spoed aan te zetten, toen deze de deur binnentrad.

De staande klok slaat elf en, vijf minuten later hoort men hetzelfde getal slagen dof in de verte. Stilte in de bedstee. Eindelijk is het echter alsof er door de achterin liggende, iets binnensmonds gemompeld wordt. "Aweer! aweer!" hooren wij nu duidelijk Janboers stem: "ik zeg oe dan, da'k 'r niks van heuren wil.

Spoar mien, Heer! da'k op mien olden dag geen moordenoar zal wêzen. Vergêf mien da'k mien overeild heb; moar, hie had mien kiend verzuukt! Spoar dit huus Heere, 't zij zoo!" En in Janboers oogen welden groote tranen op, die langzaam over zijn bruine kaken vloeiden.

"Nou, nou, 't is al genog," zei Janboer eindelijk, toen er bij al die hartelijkheden ook al weer tranen in 't spel kwamen: "Spoar mien zénuees as 'k oe bidden mag. 'k Het 'r nooit af geheurd of geweten, moar sinds da'k de domeneisjuffer van zénuees heb heuren sprêken, gleuf ik vast da'k ze ook heb." Nu waren dan in Janboers woning de hekken geheel verhangen.

Hij herdacht dan den geheelen loop van omstandigheden, en vooral die liefderijke woorden van Jozef toen zij allen voor zijn behoud vreesden, en besloot met de woorden: "Joa en goeie, is toch beter as 'en rieke." Drie maanden na de verloving was het brulleft in Janboers woning. Jozef en Jenneke waren volkomen gelukkig. Janboer en Trijntje ook. Volkomen?

Nu onderzocht hij de wond, legde een nieuw verband en verliet Janboer en de vrouwen in een geheel andere stemming, dan die waarin hij hen bij zijne komst had aangetroffen. Voor een oogenblik zullen wij Janboers woning verlaten, om den schriftuurlikken Berend bij zijn vertrek een eindwegs te vergezellen.

Janboer schrok, ja hij schrok van dien blik. Gij hebt het gedaan; gij zijt mijn moordenaar! waren dat niet de woorden, die de lijder met zijn matte oogen tot hem sprak? "O God!" klonk er een stem in Janboers binnenste, terwijl hij de handen vouwde en de oogen naar boven sloeg: "O God, vergêf 't oan mien Jenneke; vergêf mien miene schuld, en loat den Jozef weer kloek worden.