United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Donia, Hania, Harinxma. Dikwijls zijn die namen in spelling en form een weinig veranderd van den oorsponkeliken form, die nog voor den naam van 't oorspronkelike geslacht in gebruik bleef; b. v. De form ing, om patronymika van mansvóórnamen te maken, is de oudste en eenvoudigste. Men kan dezen form de normale noemen. Hedendaagsche nederlandsche geslachtsnamen die dezen form vertoonen, zijn b. v.

In Nederland, al hoe talrijk deze patronymika op ing er ook als geslachtsnamen voorkomen, zijn ze toch niet talryker dan die, welke den byform ink vertoonen. Als voorbeelden mogen de volgende geslachtsnamen hier genoemd worden: Alting, Benning, Damming.

Al deze oude formen van vadersnamen hebben aan hedendaagsche geslachtsnamen oorsprong gegeven. Een andere, onder de germaansche volken nog oudere form om van mansvóórnamen, van de vóórnamen of enkele namen der vaders, toenamen voor de kinders af te leiden, bestond hierin, dat men den lettergreep ing achter den oorspronkeliken mansnaam plaatste.

En de man, wiens krachten den arts ten eenenmale als uitgeput hadden toegeschenen, wierp het dek van zich af; greep den boomstok, en trok er de bedoelde bovenkleed ing mee naar zich toe. "Maar in 's hemels naam, wat wil je?" sprak Geurt ontsteld: "Toon! hoe zou je naar Water-zicht komen? Jij, die te zwak bent om op te staan. En wie zou je helpen! Je weet dat mijn krachten...."

Voor de vorming der geslachtsnamen maakte men vaak gebruik van het Germaansche achtervoegsel -ing, dat de beteekenis aannam van "behoorende tot het geslacht van." Zoo ontstonden de namen der bekende koningsgeslachten bij de oude Franken: de Merovingen, de Carolingen, de Capetingen. Zóó ontstonden de namen Huijgens en Huijgen.

MARCUS EN THEUS. Met omslag- en bandversiering van D. Nyland. Prijs ing. f

Tot omstreeks het jaar 1000 van onze tijdrekening bleef in de germaansche talen in het algemeen, in de friesche, frankische en saksische, die de voorloopers waren van onze hedendaagsche nederlandsche taal, in het byzonder, de kracht bewaard, om patronymika te formen door ing achter eenen mansvóórnaam te voegen.

Van daar dat wy zulke patronymika, op ing uitgaande, by alle germaansche volken, by Engelschen, Duitschers en Skandinaviers, zoo wel als by Nederlanders, nog heden als geslachtsnamen zeer talrijk en in volle gebruik vinden. In de oudste oorkonden en geschriften der germaansche volken treffen wy van deze naamforming reeds voorbeelden aan.

Deze vier hoofd-afdeelingen zijn elk weêr in verschillende onder-afdeelingen gesplitst, die met de letters van het a-b-c aangeduid zijn. Hoofd-afdeeling I vervalt nader in A. De patronymika in hunnen oudsten form, op ing uitgaande. Van § 7 tot § 32. B. Die vadersnamen, welke nieue taalformen vertoonen. Van § 32 tot § 66. Hoofd-afdeeling II is samengesteld uit de twee onder-afdeelingen

De behandeling dezer patronymikale geslachtsnamen op ing en ink uitgaande, mag niet gesloten worden, zonder dat hier nog kortelik gewezen worde op het oude frankisch-nederduitsche woord eng of enk, dat volgens Van Dale's Nieuw Woordenboek der nederlandsche taal beteekent: »eene omheinde of afgeslotene streek weiland."