United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar God is meerder dan dat enkel verdoemende hart. Hij is lankmoedig en genadig en groot in ontfermingen. En als dan de uitwendige Getuige op den Immanuel wijst, en de innerlijke Getuige predikt ons dien in zijn dierbaarheid, dán, maar ook dan eerst, wordt de conscientie in ons goed.

Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag uwer heirkracht, in heilige sieradiën; uit de baarmoeder des dageraads zal u de dauw uwer jeugd zijn. Psalm 110:3. 's Heeren volk is een heirschare voor Immanuel; vergaderd en bestemd om Immanuels strijden te strijden.

Want de schuld Die mij vervult, Wilt Gij in de reine plasschen Van Uw zoenbloed wasschen! 'k Zal het nooit doorgronden, Hoe Gij, zonder zonden, "Eli, Eli!" zucht. 'k Zie den hemel tanen In een floers van tranen, En de zonne vlucht! 'k Zie de doôn Hun graf ontvloôn; Van de ellend, die U weêrvaarde, Brak het hart der aarde! Sterke Boeienslaker! Trouwe Zaligmaker! Groote Immanuël!

Opgericht moeten de stengelen van uw leven; de bloemknop uwer ziel moet zich weer naar God toekeeren; als uitstrekken naar den Eeuwige moet zich elk blad en elke vezel, die aan heel uw ziele is; en zoo moet heel uw persoon en heel uw aanzijn éen grijpen naar dat eeuwige zijn, dat de wereld u niet kan geven, maar dat, als met gouden stralen, elken morgen en elken avond uitstroomt uit den Immanuel Gods als in een zee van genade en majesteit en licht.

Hij is niet wreed, om als Hij een ziel als een dorstig land voor zich ziet liggen, te toeven en te beiden, tot tijd en wijle ze zelve haar dorst bekennen gaat, om ze eerst dáarna te bevredigen. o, Als de Immanuel zóo met met ons handelde, dan kwam er nooit éen enkele malsche drop op haar dorheid neder. Neen, neen, Hij voorkomt haar.

Het sterkst moet dat »grijpen naar het eeuwige leven« in uw gebed zijn. Een opendoen van den mond der ziel, om weer licht en liefde en leven uit den Immanuel in te drinken; om met uw ziel weer bij te komen. »Zend, Heer! uw licht en waarheid neder, en breng mij zoo weder tot uw gewijde tenteMaar toch bij dat eigenlijke gebed mag uw »grijpen naar het eeuwige leven« niet staan blijven.

En nu begint die inwendige bewerking, waardoor een almachtig God een Amen op de bede geeft: »Open mijn oogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van uw wetTegen die wet in, die de oogen dichtknijpt en dichtklemt door den gloed der gerechtigheid, opent ondoorgrondelijke ontferming dan het oog door het tusschenbeide treden van Immanuel. Zoo wordt het zielsoog anders dan het was.

Dien strijd strijdt Immanuel dag aan dag. Gisteren, heden, morgen. Die strijd gaat altoos door.

Het werpt de vraag aan uw conscientie toe, of er ook iets van aan is, dat ge bij dit roepen over »'s Heeren volk« meer aan eigen verheffing boven anderen, dan aan de eere van den Konings-naam van Immanuel hebt gedacht.

Waar nu die banier wappert, en bij die banier voor den Koning wordt geroepen, daar loop ik naar toe, als ik bij 's Heeren volk wil zijn. En dan zie ik niet op die personen en niet op hun leidslieden, en dan peil ik nog minder hun hart, maar dan roep ik met hen: Jehovah Tzidkenu, om met al het volk te belijden, dat onze gerechtigheid niet onze, maar buiten ons in den Immanuel is.