United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gedurende den paartijd hoort men den IJsvogel dikwijls, anders zelden; zijn stem is een schel, snijdend, als "tiet tiet" of "sie sie" klinkend geluid, dat dikwijls en snel achtereen herhaald wordt; in den paartijd voegt hij aan deze gewone tonen andere, bijzondere toe; bovendien maakt hij dan zeer ongewone bewegingen; bij 't spelend vervolgen van 't wijfje verwijderden beide zich wel 200 of 300 schreden van 't water en zaten met hoog opgericht lichaam op de boomen te midden van 't veld. "Zoodra, in 't midden van Maart of in het begin van April de IJsvogels gepaard hebben," zegt mijn vader, "zoeken zij een plaats voor hun nest. Steeds nestelen zij op een drogen, steilen, geheel van gras bevrijden oever, waarbij geen Waterrat, geen Wezel en geen ander roofdier kan opklimmen. In dezen loodrechten muur hakken de IJsvogels op een afstand van 30

Dit huwelijk was zeer gelukkig, maar in hun trots noemden zij elkander Zeus en Hera; tot straf hiervoor werd hij in een zeemeeuw, zij in een ijsvogel veranderd. V. a. kwam Ceyx bij een schipbreuk om, en stortte Alc. zich uit wanhoop in zee, waarop beiden in ijsvogels veranderd werden.

Door hun roofzucht evenaren zij de Visch-ijsvogels. De meeste soorten broeden in holle boomen, enkele in door de natuur gevormde holen in den grond of in het gesteente; alle bouwen een meer of minder volkomen nest. De eieren zijn zuiver wit en glanzig, zooals die van den IJsvogel. Hun aantal is, naar het schijnt, niet bijzonder groot.

Harbert herkende ze terstond voor grashoenders en zij besloten dat zij de bewoners van den toekomstigen kippenren zouden zijn. Tot nog toe hadden zij geen geweerschot gelost en het eerste, dat in het bosch van Far-West knalde, was om een prachtigen vogel te treffen, die op een ijsvogel geleek. "Ik herken hem!" riep Pencroff uit, en ondanks zichzelf ging zijn geweer af.

Totale lengte 17, staartlengte 4 cM. Verwarring van den IJsvogel met een anderen Europeeschen Vogel is niet wel mogelijk; wel gelijkt hij op eenige uitheemsche soorten van zijn familie. Geheel Europa, van Jutland, de Deensche eilanden, Lijfland en Estland af en verder zuidwaarts, alsmede het westelijke deel van Middel-Azië zijn het vaderland van onzen IJsvogel.

Iedere Vogel van deze soort, of althans ieder paar, maakt trouwens aanspraak op een bepaald gebied en verdedigt het hardnekkig tegen concurrenten; hoogstens duldt hij er den Waterspreeuw en den Kwikstaart. Door onzen IJsvogel "Zitvogel" te noemen, zou men hem geen onrecht aandoen.

De Groenlandvaarders noemen de Kleine Alk "IJsvogel", omdat men gewoonlijk rekenen kan op de nabijheid van groote ijsmassa's, wanneer zij zich in grooten getale vertoont. Van alle Alkvogels is zij de bewegelijkste, wakkerste en behendigste. Betrekkelijk snel en vlug gaat zij met kleine trippelpasjes op de teenen, sluipt behendig tusschen de steenen rond, of kruipt als een Muis in rotsspleten.

In den winter moet hij zich behelpen met de weinige open plaatsen, die in de ijskorst overgebleven zijn; hij loopt dan gevaar onder het ijs te geraken en de opening niet weer te vinden. Op deze wijze verliest menig IJsvogel het leven. Soms zelfs wordt een gelukkige vangst voor hem noodlottig: hij tracht een grooten Visch te verzwelgen en stikt.

De jongen lagen op een hoop gras en onkruid. Bovendien is hun snavel, welke over 't geheel genomen op dien van den IJsvogel gelijkt, in den regel veel breeder; ook de voeten zijn gewoonlijk forscher en hebben een langeren loop.

De Grauwe Visscher is niet zoo schuw als onze IJsvogel. Hij gevoelt zich veilig in zijn vaderland; hij weet, dat hij den Egyptenaar vertrouwen kan en van hem niets te vreezen heeft. De gemeenzaamheid van dezen in vele opzichten merkwaardigen Vogel met den mensch is voor den vreemdeling een hoogst verrassend schouwspel.