United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De rest der Celtische bewoners van de Schotsche Hooglanden, de Schotsche "Highlanders," heeft, ofschoon een broederstam der Ieren, in den nieuweren tijd veel minder van zich doen spreken dan deze. Zij waren van oudsher minder talrijk dan de Ieren.

Hunne ontwikkelde klassen hebben nu nog onder elkander zekere poëtische gezelschappen en bijeenkomsten, waarin alleen Walisch of Kymrisch gesproken en de oude Arthur-harp getokkeld wordt . Boven de Celtische Ieren en Hoog-Schotten munten zij uit door eene groote wetenschappelijke en literarische vlugheid. Jaarlijks worden nog honderde boeken in de Britsche landtaal gedrukt.

Er waren verscheidene kleine winkeltjes, maar de eenige winkelvoorraad scheen in kleine kinderen te bestaan, die zelfs op dit nachtelijk uur in en uit de deuren kropen of binnen aan het schreeuwen waren. De eenige huizen, die er te midden van het algemeene verval goed aan toe schenen te zijn, waren de herbergen en daarbinnen waren Ieren van het minste slag uit alle macht aan 't ruzie maken.

Toen men echter aan Kingstown Pier landde en zij zich haasten moest om voor haar koffer te zorgen en een plaats in den trein te zoeken, werd zij weer als een ander mensch. Alles om haar heen was thans levendigheid en beweging en begroetingen van opgewonden Ieren.

Maar de roomschgezinde Ieren hadden veel minder, of ook in het geheel geene aanleiding om naar de Nederlanden te trekken. En zoo is een maagschapsnaam »Ier" of »De Ier" my dan ook nooit onder ons volk voorgekomen. Skandinaviers in 't algemeen, maar vooral Noren en Denen, hebben steeds met de Nederlanders talryke betrekkingen, door handel en zeevaart in het leven geroepen, onderhouden.

Zij staan in zekeren zin tegen de talmudistische Joden over, als de Protestantsche Ieren tegenover de Katholieke, en zij schijnen te bewijzen, dat vele der onaangename eigenschappen, die wij den Joden als aangeboren toeschrijven, hun slechts door hunne wet en hunne gedrukte stelling eigen geworden zijn, en dat deze door hervormingen het best kunnen weggenomen of ten minste verzacht worden.

Tot de "Gaelische" Celten behooren de tegenwoordige Ieren en de Hoog-Schotten, tot de "Kymrische of Britsche," de bewoners van Wales en Cornwallis. Daar de Britten, toen de Romeinen aankwamen, in geheel Engeland de bovenhand hadden, zoo kreeg het land naar hen den naam "Brittania." Zij worden als een naar lichaam en geest boven de andere Celten uitmuntend volk geschilderd.

Zoo klonk het van alle kanten en dreigend drongen de Ieren op Tristan toe. De ridders en baronnen uit diens gevolg schaarden zich beschermend om hem heen, maar Tristan zelf verloor geen oogenblik zijne kalmte. Rustig trad hij voor den koning en herhaalde zijne woorden. Toen zagen de Iersche ridders tot hunne groote verbazing, hoe koning Gumurun zich vooroverboog en Tristan den vredeskus gaf.

De Engelschen volgden hen later op den voet; zij veroverden Ierland voor de eerste maal, slechts honderd jaren na de vernietiging der heerschappij der Denen. Eenige sporen van Deensche familienamen, geslachten en volksgebruiken, heeft men onder de Ieren nog tot op den jongsten tijd gevonden.

Gedurende twee jaar daalde het cijfer, niet alleen in evenredigheid tot de vroegere vermeerdering, maar ook wat het werkelijk aantal personen betrof. Toen de oorlog uitbrak, en zoo lang die duurde, werden een aantal Ieren, door het vooruitzicht van hooge soldij en goed voedsel, verlokt om naar Amerika te gaan. Maar zelfs toen werden de vroegere cijfers van emigranten nooit meer bereikt.