United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Manifestum est omne agens agere propter finem, quia quodlibet agens tendit ad aliquod determinatum. Id autem ad quod agens determinate tendit, oportet esse conveniens ei; non enim tenderet in ipsum nisi propter aliquam convenientiam ad ipsum. Quod autem conveniens est alicui est illle bonum. Ergo omne agens agit propter bonum. St. Thom. S. c. G. l. 3. c. 3.

Burger-wet noemen wij die tot haeren naesten oorspronk heeft de wille van de overheyt eens burgerlike gemeenschaps. Zij is geschreven of ongeschreven. Et in hoc posteriosi generi maxime orcupari solent leges tum divinae tum humanae id agendo, ut quod per se laudabile tantum erat, etiam deberi incipiat o.c. l. 1, c. 2 § 1 n° 3.

Etiam philosophurum alliis summum, alus unicum bonum virtus, quae duris non alitur tantum sed ijuod adjiciunt, gaudet, ut miles, cui a duce magni labores ac pericula imponantur. Quanto magis id christianos sentire aequum est, quibus iter per crucem ad regnum coeleste stravit ipse, cujus nomine frustra appellamur, si exemplum sequi piget. Epist ad.

III p. 1577; De parvulis ad Christum trahendis ib. p. 279. Tegen hetzelfde spreekwoord ook Dionysius Cart., Inter Jesum et puerum dialogus, art. 2, Opera t. XXXVIII p. 190. Gerson, De distinctione verarum visionum a falsis, Opera, I p. 45. Ib. p. 58. Deschamps, VI p. 109, no. 1167, id. no. 1222; Commines, I p. 449. Froissart, ed Kervyn. XIV p. 67.

II; KAUSLER, Denkmäler, III, 111 van der weldaet die de duvele dede. Drie onuitgegeven boerden vindt men in het Thorpe-hs. ter Kon. Ik heb de kennismaking met deze drie stukken te danken aan Dr. H.P.B. PLOMP, die het Thorpe-hs. beschreef in zijn vroeger vermeld Proefschrift. KAUSLER, Denkmäler, III, 118-120. Van Vrouw. e.v. M., no. Belg. Mus., VIII, 96. Id., X, 64.

Uitgaven van haar werk: Gedichten in Maetschappij der Vlaemsche Bibliophilen, 4e Reeks, no. 2; Proza, id. no. 11. De hss. ter Bibl. Royale te Brussel Cat. Ned. hss., no. 2877-'80 en ter Univ.-Bibl. te Gent. Vgl. voorts over die hss. Vaderl. Museum, II, 136 vlgg. Een artikel van PAUL FR

Bijvoorbeeld, bij de uitdrukking deuzig brein, vond ik dezen noot, deuzig, olim apud belgas nomen Epidemiæ, constructum e voce gallica deux, duo, et Belgica, ziek, morbosus; velut dicetur deux ziek, id est in duas partes morbi affectum cerebrum, scilicet in occipitem et sincipitem. . Ik moest lagchen over deze geleerdheid, en verzeekerde mijnen geleerden vriend, dat deze commentator in eene groote dwaaling vervallen was.

Wees onbezorgd!" voegde hij er bij. "Is, ea, id; ejus, ejus, ejus!" riep Grischa, die hard begon te loopen en reeds in de allee zijn vader tegen sprong. Lewin snelde hem echter aan den wagen te gemoet. "En er is nog iemand in. Wel het is papa!" riep hij van den ingang der allee terug. "Kitty! ga die steile trap niet af! Ga achterom!"

Buiten de zaak zelf gelegen redenen zijn o. a. iemands verdiensten en dit te meer als de wet "hic et nunc" haar doel mist. Het blijkt dus, zoo gaat Grotius verder, dat men twee zaken moet in 't oog houden bij het straffen "id ob quod" en "cujus ergo" "ob quod", dat is de verdiensten; "cujus ergo", is het goed, dat uit de straf voortvloeit. Eenieder moet naar verdiensten gestraft worden.

Toen ten gevolge hiervan door den toorn der goden een pest op Creta uitbrak, werd Id. verjaagd; hij ging naar de kust van Calabrië, vanwaar hij later naar Colophon ging of naar Creta terugkeerde. Zijn graf meende men te Cnosus te vinden, waar hij met Meriones als heros vereerd werd. Idothea, Eidothea, dochter van Proteus. Idrias, Idrias, stad en landstreek in Carìa, zie Stratonicea.