United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet dan met de grootste moeite kan men hem dwingen op te vliegen; ook loopt hij niet, maar huppelt slechts. De verschillende luide kreten, die hij uit als hij in de struiken verborgen zit, zijn even vreemd als zijn voorkomen. Men zegt, dat hij in een diep gat onder den grond zijn nest bouwt.

Gedurende den zomer bewoont hij uitsluitend den hoogsten gordel van de Alpen, onmiddellijk onder de grens van de eeuwigdurende sneeuw; in den broedtijd treft men hem bij paren, later in troepen en vluchten, meestal aan den rand der met steenen bedekte hellingen aan, waar hij vlug over de rotsen huppelt, soms voor een poos met zijne metgezellen opvliegt en onder het zacht geroep van "zjuup zjuup" een kort eind vliegt, om weldra weer neer te strijken en even ijverig als te voren het opzoeken van voedsel voort te zetten.

Met zeer groote snelheid loopt zij over den vlakken grond; zij klimt voortreffelijk, springt erg ver en huppelt dikwijls gedurende geruimen tijd met korte sprongen over den bodem voort. Bij gevangen Muizen kan men zeer goed waarnemen, hoe behendig ze al deze bewegingen maken.

Alleen vroeg in den morgen, juist als de schemering begint, zingt het zittend; op latere uren rust het zelden en slechts voor eenige oogenblikken in een haag of in de kroon van een boom; bijna voortdurend is het in beweging, huppelt zingend van de eene twijg op de andere en zoekt intusschen zijn voedsel.

Dieper in het woud komt zij zelden voor, hoogstens alleen op den trek. Hare bewegingen gelijken op die van de Lijsters, herinneren echter dikwijls ook aan die der Zangers. Op de wijze van een Lijster huppelt zij op den bodem rond, spreidt intusschen dikwijls den staart uit en vouwt hem daarna schielijk toe.

Altijd blijmoedig en onverpoosd huppelt of klautert zij rond tusschen of in de twijgen der boomen, struiken, heggen en omtuiningen, hecht zich nu eens op de eene, dan weer op een andere plaats aan den stam van een boom, wiegt zich met den rug naar beneden aan de dunne spits van een slanke twijg, kruipt door een hollen stam of sluipt behendig door spleten en gaten; zij doet dit alles met de meest afwisselende houdingen en gebaren, met een beweeglijkheid en vlugheid, die aan 't potsierlijke grenzen.

Hij bespeurt ofschoon de eerste bij de tweede verre in schoonheid en lieftalligheid ten achter staat in beider trekken toch de afkomst van denzelfden, den Grooten den Eeuwigen Stamvader. Liefde schonk ze beiden het leven. De Droefheid ziet de gevolgen van 't booze, en snelt toe, en plaagt niet, maar troost. De Blijdschap ziet welvaart en genieting, zij huppelt er heen en lacht met ze mee."

Zooals een paard dat in de weide huppelt zonder toom was hij. En zij kuste innig hem op zijn mond en op zijn bloeiende borst. En zacht speelde ze met hem en trok hem naar zich toe en kuste hem om de wangen. En zij nam zijne, hij nam hare handen, ze speelden saam met levende kleinodieën.

Hij huppelt en fladdert altijd in de dichtst bebladerde boomen rond, blijft zelden lang achtereen in denzelfden boom en nog minder op denzelfden tak; zijn onrustige aard drijft hem nu eens naar de eene, dan weer naar een andere plaats. Slechts zelden houdt hij zich in laag struikgewas op, nog zeldzamer komt hij op den grond.

In gebukte houding huppelt zij langzaam over den grond en wipt intusschen met den staart; ook voor het vliegen wordt veel inspanning vereischt; met snorrende vleugelslagen beschrijft zij een uit bogen bestaande vluchtlijn; toch weet zij op deze wijze een voldoende snelheid te bereiken en allerlei doelmatige wendingen te maken, die men van haar niet verwacht zou hebben.