United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eilieve, huiver toch niet, gij die in uw zachten voltaire of prettigen wipstoel met dit boekske in handen zit. Gestorven, dat is het einde niet, al neemt alles wat de wereld geluk noemt als bij den ouden Schelting een einde; al roept de dood: Haast u, het einde is daar!

Hebben zij zich zelven ooit afgevraagd, waaraan zij u blootstelden? Ik huiver als ik er aan denk, wat bloedbad er zou zijn aangericht, indien niet een genadige Voorzienigheid u en mijne burgers had gered. Ik spreek niet van de geldelijk aangerichte schade.

Daar dronk ik ín een laafnis koel en zuiver, en onderging de gloorie deezer wondren, ik hoorde huivrend de lawinen dondren in grim'gen afgrond, en verwon den huiver, tot 'k immermeer verlangend werd te kennen en aan 't ontzachlijk Bijzijn te gewennen.

Waarom zou u niet de wereld van al haar zijden willen zien...! Omdat ik van u hou, antwoordde hij kalm en zijne doordringende oogen zagen haar beslist aan. En omdat ik er tegen op zie u te verlaten. Ik zou gaarne bij u willen blijven, altijd bij u willen blijven om u te beschermen.... Ik huiver er voor, van u weg te gaan: het wordt me, als ik aan mijn vertrek denk, of u een ongeluk kon gebeuren.

Mijn schoone, liefste Serpentina,” zeide Anselmus, „wanneer ik u slechts bezit, wat deert mij dan al het overige; als gij maar de mijne wordt, wil ik gaarne ondergaan in al het wonderlijke en ongekende, dat mij omvangt sedert het oogenblik, waarop ik u zag.” „Ik weet wel,” ging Serpentina voort, „dat het vreemde en wonderrijke, waarmede mijn vader u vaak slechts uit grilligheid omgaf, huiver en afkeer in u verwekt heeft, doch thans zal het, hoop ik, niet meer geschieden, want ik ben hier in dit oogenblik slechts, om u, mijn lieve Anselmus, alles en alles uit het diepst van mijn gemoed, het diepst van mijn ziel haarfijn te verhalen, wat gij noodig hebt om mijn vader geheel te kennen en ganschelijk te verstaan, hoe het tusschen hem en mij is gesteld.”

"Dat weet ik wel," zeide hij bij zich zelven, terwijl hij strompelend weder naar de huiskamer ging, "ik zal dien kerel voortaan met vrede laten. Wat had ik met zijn vervloekt papier noodig? Ik geloof waarachtig dat ik betooverd ben. Ik huiver en zweet tegelijk sedert dien tijd. Waar heeft hij dat haar vandaan gekregen? Het kan dat toch niet geweest zijn. Dat heb ik verbrand, dat weet ik.

Alle vijandige oerkrachten, die in schadelijke planten en giftige diersoorten huizen, gaart zij bijeen en verwekt, door ze bij gunstigen sterrestand te mengen, menige booze verschijning, die het verstand der menschen met huiver en ontzetting slaat en hen aan de macht der demonen, die de in den strijd bezwijkenden draak baarde, onderwerpt.

Maar heusch, ik kan zoo iets niet zien...: Ik herinner me: vroeger heb ik eens een hond zien overrijden, en ik huiver nog, als ik er aan denk....! Je bent wat overgevoelig, sprak hij. O ja, ik ben zoo.... ik ben zoo.... laat me, laat me zoo maar liggen! lispelde zij en vlijde zich dichter tegen hem aan. Lieveling! fluisterde hij. Mijn Otto! Mijn man! antwoordde zij smachtend.

Ik huiver te beslissen, maar ge zult mij vergunnen de vreeze te opperen, dat het effectenspel den goederenhandel verstikt, even als de schuldenlast der nieuwere staten het krijgszwaard der koningen onzer dagen in de scheede houdt: zoo gaan goed en kwaad in deze wereld hand aan hand.

Voor de poort stopten zij de meegenomen pijpen; griffier Heerbrand klaagde erover geen tonder bij zich te hebben, toen riep archivaris Lindhorst nukkig: „Wat, tonder! hier is vuur, zooveel u wilt.” En tegelijk knipte hij met de vingers, waaruit groote vonken vlogen, die de pijpen spoedig ontstaken. „Ziet u dat scheikundige kunststukje,” zeide de griffier Heerbrand, maar de student Anselmus dacht niet zonder innerlijken huiver aan den Salamander.