United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij de kleine lamp, die in de spreekkamer was neergezet, stond een aardig burgermeisje van zestien jaren omtrent. Wat ze verlangde? Nee, zieken waren er gelukkig niet, maar dokter moest niet kwalijk nemen; ze was zooveel als Grietje van Wulters den huisschilder. "Ah zoo!" Helmond voelde eensklaps iets zeer beklemds: "En.... ?"

Die voorbijganger was zelf kunstenaar. Hij was huisschilder en glazenmaker. Weldra vertrouwde hij hem de kunst toe en wijdde hem in de geheimen van het tempermes in. Niet lang duurde het of De Zoom begon zich op de uithangborden toe te leggen. Het eerst leerde hij koffiekannen en trekpotten schilderen, daarna werd hem zelfs de uitvoering van een glas bier toevertrouwd.

Eindelijk, tot het burgerlijk leven wedergekeerd, hernam hij met zijn ambacht van huisschilder ook de taak van verdediger des volks en der moedertaal.

Het totaal der meubelmakers-nota bedroeg een som die Helmonds schatting verre zou zijn te boven gegaan, indien hij in deze oogenblikken een juiste voorstelling van cijfers had gehad. Gisterenavond, Goddank, toen heeft hij van alle kanten nog zóóveel bijeengebracht dat hij aan den braven huisschilder Wulters zijn woord kon houden. Vraag hem niet wat hij er voor doen moest.

Er was nog licht achter de gesloten blinden en boven de deur stond leesbaar als bij klaarlichten dag het opschrift van het uithangbord: Xaveer Van Belleghem, huisschilder en tapissier. Fonske gaf haar een stillen, langen zoen. Nie schriemen, Lisatje, nie schriemen, suste hij fluisterend. En hij droogde zelf, met zijn zakdoek, haar tranen af. Wanneer zie 'k ou weere? vroeg ze fluisterend.

Hij wilde schilder worden. Maar huisschilder, natuurlijk, om voor zichzelf en voor zijn moeder aan het dagelijksch brood te komen. Het andere, 't kunstschilderen, dat was een droom, een illuzie, die zeker ook wel kon verwezenlijkt worden, dank zij de liefelijke goedheid van jonkvrouw Elvire en haar ouders, maar slechts als uitspanning, 's zondags en in zijn schaarsche vrije uren.

Er woonden drie Joodse gezinnen in ons dorp, alle drie met een zaak: Manasse de drogist, zijn broer de huisschilder, en de dames Cohen die een zaak in boter, kaas en eieren hadden. Zij waren geen klant bij ons en wij niet bij hen, dus was er zelden contact. Wel was er een aantal Joodse "reizigers", vertegenwoordigers van een textiel-fabriek of -groothandel, die ons regelmatig bezochten.

Het mocht niet baten, zelfs zijn voorstel, om al was het maar bij wijze van proefneming, den knaap teekenen te laten leeren op zijne kosten en voorts hem in de leer te doen bij een huisschilder, werd met scherpe afkeuring begroet. »Zij kon niet begrijpen hoe dominé den jongen in zijne eigenwilligheid kon sterken. Het was maar dwingen.

Nochtans een trek van verachtend medelijden plooide Helmonds bleek gelaat. Dit briefje kwam van dienzelfden braven huisschilder Wulters. Welzeker! Maar waarom kan die man niet braaf zijn en goed, en toch bevreesd dat hij zijn tweehonderd en zooveel centen niet krijgen zou. Ja waarom niet? "Hei ventje....?" Was het werktuiglijk?