United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als ik maar eerst weet dat ik met hem er over spreken mag, dan komt dát wel in orde!" "Ik weet niet of vader het goedvindt!" "Ja! Als ik maar mag zeggen: vader Huiskamp, je dochter vindt het goed." Jannetje antwoordde niet. Gerrit begreep daaruit dat zij niet tegensprak. Hij liet haar hand los en sloot haar in zijn armen om den eersten vurigen kus haar op de lippen te drukken.

"Kijk!" zei Huiskamp; "ik mag er dan al niet glad voorleggen dat de Afgescheidenen heelemaal op den rechten weg zijn; maar ik ben toch ook zóó niet of ik wil er wel wat van hooren." "Ik heb," zei Beukman, "die twee stukken die verschenen zijn meegebracht, en als je wou dan...."

"Och, buurman," antwoordde Gerrit; "wat zou ze zeggen?.... we hebben een heele poos met elkaar gepraat,.... maar we kennen elkander zooals je weet van jongsaf en waren altijd samen. En het eenige waar ik vroeger nog wel bang voor wezen kon, is nu ook opgelost." "Ja," zei moeder Huiskamp, zonder de dubbelzinnigheid te bedoelen, die in haar woorden lag, "dat is ons dan ook een groot verdriet."

"Wel! wel!" riep moeder, die dat bericht reeds een paar jaren vroeger verwacht had. "Ja; en Jannetje zei dat ik maar eens met u moest spreken." "Zoo, zoo!" "En nu kwam ik u vragen om het goed te vinden als wij het samen eens worden." "Zoo, zoo!" Huiskamp zat met kennelijk genot kleine rookwolkjes uit te blazen; moeder ging ijverig met haar breikous voort.

Gerrit keek haar heel verlegen en tersluiks gedurig aan; en Jannetje had een kleur of het tachtig graden in de schaduw was. Waarom zei hij nu verder niets? Ja, dat vroeg hij zichzelf ook! En Jannetje dacht ook iets dergelijks. Eindelijk waren ze bij de boerderij van Huiskamp.

Vrouw Huiskamp schonk hem een kop koffie in en het hoofd des gezins schoof hem den tabakspot toe. Gunstiger voorteeken had hij niet kunnen verlangen. Eindelijk zei vader die 'n minuut of vijf vergeefs gewacht had of Gerrit ook nog eens het woord zou nemen: "Nou dan mot het dan maar! Wat jij, vrouw?" "Als vader er mee vereenigd is, zal ik er niets tegen zeggen!"

Hij werd veroordeeld tot eene maand gevangenisstraf en de kosten. Het vonnis werd onmiddellijk tenuitvoergelegd. "Zoo meid, daar hebben we je gezond en wel terug! Nou, je hebt het uitgehouden, moet ik zeggen!" Met die woorden gaf moeder Huiskamp haar Jannetje eenige hartelijke zoenen, toen ze Zaterdagsavonds, na veertiendaagsch verblijf in Amsterdam, het ouderlijk huis weer binnentrad.

Twee boeren-echtparen zaten heel gemakkelijk in gesprek met het middelpunt van den kleinen kring, een jongen man in ambtsgewaad, met scherpzinnig maar vriendelijk en openhartig voorkomen, aan wiens rechterzijde de leunstoel voor mevrouw open stond. "Dominee Van Raalte," sprak mevrouw Karper; "ik breng u hier mijn vriend Klaas Beukman uit Loosdrecht, en mijn jonge vriendin Jannetje Huiskamp."

Jannetje was opgegroeid tot een flinke bloeiende boerendeern, kerngezond, zedig, levendig, en van wie vader en moeder "het beste mochten hopen". Gerrit was langzamerhand tot de overtuiging gekomen, dat hij geen andere levensgezellin begeerde dan Jannetje Huiskamp. En zij?

Ik voor mij, als ik er wat in te zeggen zal hebben, dan moet ik eerlijk bekennen dat voorzooveel mij aanbelangt...." "En zei Jannetje niets meer?" viel vader Huiskamp zijn vrouw in de rede; want hij zag tot zijn verdriet dat die alweer met haar gewone vrouwelijke haastigheid de zaak hals-over-kop tot beslissing dreef. "Laten we 'reis eerst verder hooren!"