United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zelfs in 1792 zegt Cornelius de Jong nog: »De Kaap, niet bestraat zijnde, is in den regentijd een algemeene dijk, hetwelk de laarzen zeer noodzakelijk maakt. De goten, die wijd zijn, midden door de straten loopen en meesttijds het water niet kunnen verzwelgen moet men bij sterken regen overspringen" . Toch volgde men in het huiselik leven de hoofse zeden van de Europese steden.

Wanneer ik in de volgende bladzijden een en ander over het huiselik en maatschappelik leven van de Zuid-Afrikaner in de eerste helft der 18de eeuw wens neer te schrijven, dan zal het zeker in de allereerste plaats wenselik mogen geacht worden om duidelik te maken, wat men onder de term »Zuid-Afrikaner in de eerste helft van de 18de eeuw" verstaan moet.

Ik begin dan met uit te sluiten de niet-blanke bewoners, daar zeker omtrent het merendeel van hen zeer weinig over hun huiselik en nog minder over hun maatschappelik leven zou kunnen gezegd worden.

Leibbrandt, Rambles. Theal, II. pag. 48. Theal, II. pag. 326. Nu ik uiteen gezet heb, uit welke personen de Kaapse maatschappij van de eerste helft der achttiende eeuw bestond en onder welke invloeden van binnen en van buiten ze zich langzamerhand had gewijzigd, wil ik trachten een beeld te scheppen van het huiselik en maatschappelik leven aan de Kaap in die tijd.

Zijn gastheer heet hem dadelik welkom en roept zijn vrouw en dochter van haar huiselik werk en beveelt het jonge meisje voor het paard van de ridder te zorgen en dat op stal te zetten. Zij is zeer armoedig gekleed en treedt schuchter voor de gast, maar haar zeldzame schoonheid lijkt dubbel schoon in haar nederig kleed.

Pierre is voorzeker dichter bij de waarheid, als hij in 1771 schrijft van hen: »Deze mensen, tevreden met huiselik geluk, het zeker gevolg van een deugdzaam leven, zoeken geen verstrooiing in romans of toneelvoorstellingen," dan Captain Percival, die op blz. 204 en 205 van zijn »Account of the Cape of Good Hope" een oordeel neerschrijft over de kaapse boeren en boerinnen, dat te schandelik is om het hier te herhalen, maar dat, helaas, door zeer veel schrijvers van later tijd is overgenomen, zij het dan ook in wat zachter vorm.