United States or Grenada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij was een bekwaam krijgsman, bedreven in staatszaken en van karakter uitstekend: daarenboven een beoefenaar en hoogschatter der Letteren, waarvan de Hoogleeraar Ulrik Huber getuigt, dat de werken van Tacitus en Seneca, zoowel des nachts als des daags door den Prins werden gelezen, en in het geheugen geprent. De Franeker Hoogeschool verloor in hem eenen sterken voorstander en verdediger.

Onmiddellijk waren Raggi en een dertigtal mannen naar den trap gesneld, dien zij met aapachtige vlugheid afsprongen. John Cort, Max Huber en Khamis waren met Lo-Mai naar den kant van het dorp geloopen, waar het gedeelte van de rivier te zien was.

Of het dieren of menschen waren, konden onze reizigers niet zoo spoedig zien, maar zij begrepen, dat het in elk geval dwaasheid zou geweest zijn, zich te verzetten tegen een twaalftal van dergelijke krachtige boschjesmannen. In een oogwenk waren John Cort, Max Huber en de voorlooper gegrepen en half voortgeduwd, ging het tusschen de boomen door, zeker wel vijf- of zeshonderd meter.

Nog was niets verdachts te bespeuren, geen menschelijk wezen vertoonde zich. "Zullen wij nog verder gaan?" vroeg Max Huber. "Waartoe?" hernam Khamis; "het zou onvoorzichtig zijn. Best mogelijk dat zij onze karavaan niet eens bespeurd hebben en wij kunnen van nacht nog wegtrekken."

Max Huber en John Cort, die reeds goed aan het klimaat waren gewend, verdroegen alle vermoeienissen van zulk een tocht, zij werden wel wat magerder, maar bleven goed gezond en zoo zouden zij behouden zijn teruggekeerd, als thans die schrikkelijke ramp niet over hen gekomen was!

Besluiteloos bleven onze reizigers staan, maar hoe zij ook tuurden, het licht veranderde niet van plaats. "Wat moeten wij doen?" vroeg John Cort. "Naar dat licht toe gaan, omdat het niet naar ons komt", hernam Max Huber. "Vooruit dan!" zei Khamis. Maar wederom had hij te nauwernood eenige schreden afgelegd, of de toorts verwijderde zich.

Max Huber en John Cort begonnen echter genoeg te krijgen van het schouwspel en juist wilden zij heengaan om naar hunne hut terug te keeren, toen Lo-Mai zeide: "Mselo-Tala-Tala". Zou het waar zijn? Zou Zijne Majesteit zich thans verwaardigen de hulde van zijn volk in ontvangst te nemen?

Het eenige wat John Cort en Max Huber hieruit konden afleiden, was, dat de Wagdies hunnen Koning gingen begroeten en deze zich dus in al zijn luister aan het verzamelde volk zou vertoonen. Hunnerzijds konden zij geen deftige kleeren aantrekken, zij hadden niets dan hun jachtkostuum, tamelijk versleten nog wel.

"Ik verbaas mij over niets meer", gaf Max Huber ten antwoord, "ik zou het zelfs niets vreemd vinden, als die zwartjes mij vriendschappelijk op mijn schouder klopten en zeiden: 'Zoo amice, hoe gaat het?" Af en toe liet Li-Mai de hand van Llanga los en liep hij, als een vroolijk, spelend kind, naar een der Wagdies.

Eensklaps bleef hij staan en Max en Llanga deden hetzelfde en keerden zich om. De lichtschijnsels trokken hunne aandacht niet meer, zij waren eensklaps als uitgeblazen en weder heerschte diepe duisternis om hen heen. Maar van den anderen kant klonk een dof geloei, een angstaanjagend geluid als van een naderenden stormwind.... "Wat is dat, Khamis?" riep Max Huber. "Terug! Terug! Naar het kamp!