United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit zijn ten minste grieven; luchtig, minachtend, ik wist niet, dat ik zoo sprak. Maar waarom zou ik niet tevreden zijn over mezelven? Omdat je tegenwoordig zoo een allernuttigst leven lijdt. O, ik weet al waar je naar toe wilt. Je meent dat ik tegenwoordig niet meer bij Hovel werk. Ik ben van plan me als advocaat te vestigen. Dat wist ik; tenminste, dat heb ik meer gehoord.

Denk je soms, dat je een prinses bent, die hier kan doen en laten wat ze verkiest? En denk je soms, dat ik me door jou de les laat lezen aan een diner bij vreemden, denk je dat? Denk je, dat ik niet weet wat ik zeggen mag en niet, en dat ik niet vrij ben Hovel te amuzeeren, zooals ik wil? Je raad heb ik niet noodig.

En ik verzeker je, dat voortaan, telkens als je je zoo laag over Vincent uitlaat, als je iederen dag doet, als je je zelf nu niet geschaamd hebt bij Hovel te doen, ik je je mond zal doen houden. Dat verzeker ik je. Zoo, verzeker jij me dat? Ik heb je verzekering anders niet noodig! Ik ben niet van plan me te storen aan jouw idiote gevoeligheid voor Vincent!

Ik herinner mij, dat hij juist aan een kolossaal doek bezig was, een scène uit Dantes Paradiso, geloof ik, juist toen.... toen hij stierf. Arme papa! Maar jij, je bent nog jong en flink, ik begrijp niet hoe je niet verlangt om wat te doen, iets groots, iets bizonders. Je weet, dat ik bij Hovel werken ga; oom Verstraeten heeft het voor mij bedisseld.

Ze moest zich integendeel een enkelen keer vertoonen; ze behoefde niet iedere uitnoodiging aan te nemen, als ze nog geen lust in uitgaan had, maar voor alles te bedanken, waarlijk, dat zou geen goeden indruk maken. Bij voorbeeld, nu... een diner bij mevrouw Hovel over acht dagen.

Tantes loge was een uitkomst.... Haar man stond in de serre met een groep heeren, den heer Verstraeten, den heer Hovel, Otto en Etienne Van Erlevoort, die druk redeneerden, en hij luisterde toe, met zijn groot dik lichaam de bladeren eener palm verdrukkend, een ietwat dommen lach op zijn goedig gelaat.

Paul, je hebt nu al vier dagen geleden gezegd, dat je naar Hovel zou gaan! riep Marie uit. Hoe is het mogelijk, dat je daar zoo lang over moet denken. Het is, of het een reis is! Ik was van plan er morgen heen te gaan. Ga dan ook morgen, om halfzeven; na den eten vindt je hem altijd thuis en is hij te spreken.

Hovel was advocaat en procureur en daar Paul inderdaad nog al vroeg, na een afwisseling van hard blokken en lang luieren, in de rechten gepromoveerd was, had oom Verstraeten gemeend den jongen meester een dienst te doen, door hem zijn vriend aan te bevelen. Paul zou dus op Hovels kantoor werken, tot hij zichzelven als advocaat zou vestigen. Bij Hovel? Een heele beste man!

Zij zag Paul niet meer, want hij woonde nu te Bodegraven en hij kwam slechts een zeer enkele maal in Den Haag. Had zij Paul verjaagd? Of wilde hij nu burgemeester worden uit een gril, zooals hij vroeger geschilderd of gezongen had, zooals hij vroeger bij Hovel had gewerkt?

Dank je, ga maar alleen; sprak zij en schoof de beide deuren dicht, juist toen De Woude in den salon binnentrad, waar hij door Marie ontvangen en in de serre geleid werd. Paul en Frédérique lachten, en namen afscheid van Lili; zij gingen alle drie door de eetkamer naar de vestibule. Adieu, groet oom en tante van mij, en zeg oom dat ik bepaald naar Hovel zal gaan, morgen na den eten! zeide Paul.