United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


De onderste holte bevatte in vier lagen fijn zand, houtspaanders, beendersplinters en gestampt glimmer; de bovenste in drie lagen leder, hout en caoutchouc, terwijl de middelste nauwe opening ledig was. Om den stam heen had men de kloof of sloot met stukken hout, ongelooid leer en verschillende soorten hars gevuld en ze ter hoogte van de oppervlakte van den bodem met een caoutchoucplaat afgedekt.

In het departement Isère, in dat van Var, in de Alpendepartementen, hebben de boeren niet eens kruiwagens, den mest vervoeren zij op hun rug; zij hebben geen kaarsen, maar branden houtspaanders of eindjes touw, die in pek zijn gedoopt. Zoo is het in geheel Opper-Dauphiné. Zij bakken brood voor een half jaar en stoken den oven met gedroogden koedrek.

Op den vloer lagen metalen doodkist-plaatjes, houtspaanders, spijkers met dikke koppen en stukjes zwart laken verspreid en de muur achter de toonbank was versierd met de goedgelijkende voorstelling van twee aansprekers met stijve stropdassen om, op wacht in de deur van een voornaam huis, terwijl in de verte een lijkkoets, met vier paarden bespannen, naderde.

"De houtspaanders, die hier zijn komen aandrijven, zijn nog versch waarschijnlijk van gisteren, maar hoogstens van eergisteren." "Als dat zoo is, zullen wij weer terug moeten; want dan zijn wij te dicht in de nabijheid van die kerels; ze zouden ons gewaarworden. En zien mogen ze ons niet.

Op de kaai der pelgrims, die door poorten van de straat gescheiden en zeer onregelmatig met houtspaanders geplaveid is, verheft zich een geheel nieuwe groep van kloostergebouwen: kapellen, cellen, magazijnen, kantoren, winkels, slaapzalen: in één woord, een nieuw tweede pelgrimshof.

De Fluiter kiest als nestelplaats het onderste deel van een ouden boomstomp of den voet van den een of anderen boomstam, die met heide, boschbessen, mos of gras dicht omgeven is, vervaardigt hier van stevige grashalmen, fijne houtspaanders, mosstengels, denneschors, splinters en dergelijke materialen een koepelvormig gebouw, dat een middellijn van 13 cM. buitenwerks en een ingangsopening van 4 cM. wijdte heeft; van binnen wordt het met fijne grashalmen zeer netjes gevoerd.

De volgende beschrijving van de inrichting en het doel der hut is ontleend aan Prof. Harting's "Bouwkunst der Dieren": "Het dak steekt als een gewelf hoog boven het water uit en is van een luchtgat voorzien. De vloer ligt van binnen steeds boven den waterspiegel. Hij is begroeid met riet en bestrooid met houtspaanders.

Uit het achterraam van het perceel naast de poort, dat ook zwaar heeft geleden, maar waarvan de trappen onbeschadigd zijn gebleven, ziet men een uitgebrande doolhof van smalle gangen, kamertjes en hokjes; overal verkoolde wanden; allerwege zwart gebrande houtspaanders en men vraagt zich verwonderd af, hoe er niet meer onheilen bij dezen brand zijn voorgevallen.