United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


DE HEELE MENIGTE. Hoera voor Aslaksen! DR. STOCKMANN. Mijn hoed en mijn jas, Petra. Kapitein, heeft u plaats aan boord voor passagiers naar de nieuwe wereld? HORSTER. Voor u en de uwen zal er plaats gemaakt worden, dokter. Goed. Kom Katrine! Komt jongens! Lieve Thomas, laat ons achter uit gaan. Je zult nog hooren van den vijand des volks, vóór hij het stof van zijne voeten schudt!

PETRA. Er is zooveel onwaarheid in huis en op school. Thuis moet er gezwegen worden en op school moeten we de kinderen wat voorliegen. HORSTER. Wat voorliegen? PETRA. Ja, denkt u niet dat wij met heel wat voor den dag moeten komen, waar wij zelf niets van gelooven? BILLING. Ja, dat is maar al te waar.

PETRA. Had ik er het geld maar voor, dan zou ik zelf een school beginnen en daar zou het anders toegaan. BILLING. Och wat, geld.... HORSTER. Ja, als u daarover denkt, juffrouw Stockmann, dan kan ik u wel aan een lokaal helpen. Het groote oude huis van mijn overleden vader staat zoo goed als leeg; daar is beneden een heel groote eetzaal....

MEVR. STOCKMANN. Hier in de stad? DR. STOCKMANN. Ja, hier; juist hier; hier is het slagveld; hier wordt de slag geleverd; hier wil ik overwinnen! Als mijn broek nu maar weer gelapt is, dan ga ik uit om een huis te zoeken; we moeten toch een dak boven ons hoofd hebben van den winter. HORSTER. Dat kan u bij mij krijgen. DR. STOCKMANN. Kan dat?

MEVR. STOCKMANN. Neen, ik zelf niet; maar ik zal aan het raam staan en naar je kijken; dat zal ik. Dank je daarvoor! Nu wordt het een tweegevecht, dappere heeren! Ik wil toch zien of de laagheid de macht bezit om den patriot, die de maatschappij wil reinigen, den mond te snoeren. Nu heeft hij háár ook gek gemaakt! Een groote ouderwetsche zaal in het huis van kapitein Horster.

HORSTER. Daar moet u verder maar niet over denken; ik vind wel weer een betrekking bij een of andere reederij in een andere plaats. DR. STOCKMANN. En dat die Vik ... een groothandelaar, een vermogend man ... absoluut Foei, foei! HORSTER. Hij is anders heel goed; en hij zei zelf dat hij mij graag had gehouden, als hij maar durfde.... DR. STOCKMANN. Maar hij durfde niet? Neen dat spreekt!

MEVR. STOCKMANN. Lieve Thomas, toe beloof mij nu.... O, je bent bezig. Ja, dan zal ik liever.... DR. STOCKMANN. Neen, neen; kom maar binnen. BURGEM. STOCKMANN. Maar ik wenschte je onder vier oogen te spreken. MEVR. STOCKMANN. Wij zullen zoo lang in de huiskamer gaan. HORSTER. En ik kom straks nog wel terug. DR. STOCKMANN. Neen, ga u mee naar binnen, kapitein; ik moet er nog meer van weten....

Gelooft u niet, kapitein, dat ik dat de menschen nog wel begrijpelijk zal kunnen maken? HORSTER. Misschien wel; ik heb er niet veel verstand van. DR. STOCKMANN. Ja, ziet u,... let nu eens op! Het zijn de hoofden der partijen die uitgeroeid moeten worden.

HORSTER. Dat kan misschien goed zijn aan land; maar aan boord zou dat niet best gaan. HOVSTAD. 't Is vreemd dat de meeste zeelui zich zoo weinig interesseeren voor de zaken aan land. BILLING. Heel merkwaardig. DR. STOCKMANN. Zeelui zijn als trekvogels; die voelen zich zoowel in het zuiden als in het noorden thuis. Maar daarom moeten wij hier zooveel te meer doen, mijnheer Hovstad.

HORSTER. Ja, dat kan best; ik heb ruimte genoeg, en ik ben haast nooit thuis. MEVR. STOCKMANN. O, wat is d