United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Heel duidelijk ben je niet, maar ik geloof toch dat ik wel weet wat je vragen wilt!" "O," zei Tieka, die anders niet gewend was zoo weinig woorden te gebruiken. "Je zoudt graag eens willen weten of ik met de Kerstvacantie ook naar huis ga; is het niet zoo?" "Ja, ja, ik hoop maar...." "Ik zal je eens wat zeggen Tieka, ik ga niet naar huis met Kerstmis en nog lang niet, denk ik."

Door den bisschop van Yperen vergezeld, begaf Egmond zich met vasten tred naar het schavot. Onderweg las hij een psalm. Toen hij het schavot beklommen had, liep hij het eenige malen op en neder. Hij sprak zijn leedwezen uit, dat hij niet met een degen in de hand voor zijn vaderland en zijn koning sterven mocht. Nog eens kwam de hoop op begenadiging in den uitersten oogenblik bij hem op.

Maar alleen dit b.v. dat ze hooren kon, als hij vroeg: "Waarom gaat u nooit naar de kerk, Moeder?" dat die vraag niet uit hem zelf kwam; ze voelde dat anderen wie, wist ze niet hem op zulke dingen in haar opmerkzaam maakten. En toch had ze altijd de hoop behouden dat het wel gaan zou.

Men onderscheidde in dien hoop dooden een bleek gelaat, loshangend haar, een doorschoten hand en een halfnaakte vrouwenborst. 't Was Eponine. Javert zag zijdelings naar deze doode en zeide zacht, met de grootste bedaardheid: "Mij dunkt, dat ik dit meisje ken." Toen wendde hij zich tot Jean Valjean.

Met welke slinger ringen van hoop en vrees werd de terugkomst van het jacht verbeid, dat de blijde heilmare der groote ontdekking naar het wachtende vaderland moest overbrengen.

Ik vind het geen museum, 't is een paleis, of een rijke rommelwinkel, zooals ge wilt, maar overstelpt en overladen om er hoofdpijn van te krijgen. 'k Heb in Parijs gewandeld! Pardon, als ik het zoo uitdruk. Ik bedoel dat ik een paar ochtenden mijn leven heb gewaagd in de onzinnige hoop van hier of daar, tusschen twee vuilnishoopen, een mooi uitzicht of monument te kunnen bewonderen.

Zyn moed stondt gelyk met dien van zynen oom; zyne onverschrokkenheid, die hem bewoog om zig aan alle gevaaren bloot te stellen, kende geene paalen. Zoodanig is de geestdrift der eerzucht van eenen krygsman. Deeze hoop van menschen-beenderen was de tweede of derde, dien wy op onzen tocht ontmoetten.

Zy straalde wat hoop in de harten, En droogde in 't voorbygaan een traan, Maar 't mooist wordt ten-laatste vervelend... Ze had dit zoo vaak al gedaan. Zy gaapte, en ze keek, en ze staarde... Vervelend was al wat ze zag. "Och, riep zy, als d

Neen, ik zal nooit ophouden met mijne nasporingen; ik zal nimmer aan den dood van Ole Kamp, haren bruidegom, gelooven, tenzij men mij het onwraakbaar bewijs van zijn overlijden voor oogen legt." Zoo redeneerde professor Sylvius Hog, en zoo trachtte hij zijn hoop levendig te houden.

"Hoe!" riep ik uit, verbaasd en terneergeslagen: "gij geeft mij de zoetste hoop en tegelijker tijd, in één adem, wilt gij mij die weer ontnemen. "Ik gevoel dat ik verkeerd heb gehandeld," zeide zij: "maar ik beschouw u als edelmoedig genoeg om geen misbruik te maken van een oogenblik van zwakheid.