United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


De soedra kende slechts plichten en geen rechten; hij kon zich zelfs niet aan zijn toestand onttrekken, want, zegt Manoe, "wie kan hem bevrijden van de wet, door de natuur zelve gesteld?" De eenige hoop voor hem was, althans volgens de mildere opvatting van den Boeddha, dat hij na zijn dood in een beteren stand kon worden herboren.

Bevend sprongen gij recht; hoop en vrees glinsterden in hunne wijdgeopende oogen. "Godelieve," zeide bazin Wildenslag met groote blijdschap, "gij moet niet naar het kantwerkhuis! Morgen gaat gij naar de school, bij de Zusters-ten-Nonnenbosch, en gij zult mogen leeren gelijk Bavo!"

"Kijk eens op, Tom," zeide hij vriendelijk en tikte Tom even met den vinger onder de kin; "en zie hoe uw nieuwe meester u bevalt." Tom zag op. Het was onmogelijk dat vroolijke, jeugdige, wel besneden gezicht zonder welgevallen aan te zien, en Tom voelde de tranen in zijne oogen komen toen hij hartelijk zeide: "God zegene u, meester." "Wel, ik hoop dat Hij het doen zal.

"Ziet gij, Dakerlia, hij is dezen nacht van Veurne wedergekeerd Toen ik in den vroegen morgen, zonder u te wekken, dezen Steen verliet, om ten onzent bevelen tot den huisdienst te gaan geven, vond ik mijnen broeder reeds beneden met het hoofd in de handen en diep in gedachten verzonken. Ik vroeg hem wat men in den Hoop te Veurne heeft verricht; maar hij gaf mij afwijkende antwoorden.

Er bewoog zich een dichte menigte van Mopla's en Tiven, die schreeuwden en vloekten en gesticuleerden in het opwarrelende zure en vochtige stof. Ik kon nauwelijks een hoop zakken aan den oever onderscheiden en een lange rij met buffels bespannen karren, die er op lading stonden te wachten, terwijl mijn bagage werd uitgeladen.

Er waren droeve, dróéve gezichten van totale gelatenheid en wanhoop en er waren menschen die zielig jammerden en schreiden: menschen die nog wilden lijden en strijden en in 't verlies van alle hoop maar niet konden berusten.

Vroeg reeds maakte hij zich op, gedreven door eenen martelenden angst, en tegelijk door eene heimelijke, ontzettende hoop, die hij met alle macht zocht terug te dringen in den afgrond van zijn binnenste. De angst was uit God, de hoop was uit den Duivel. Zóó zijn wij arme stervelingen geschapen. Hij wilde naar het stadje. Rijtuig of slede kon door de opgehoopte sneeuw niet heen.

"Ik hoop u nog te zien als gij terugkomt," zeide Van Lintz, mij met zijn doordringende oogen aanstarende. Ik boog en verliet het vertrek. De Heer Blaek volgde mij, en beiden traden wij de achterdeur uit, den tuin door, waar zich niemand bevond, en het boschpad op.

De gendarmen zochten, dregden in 't kanaal en Rozeke lag bevend te wachten en vreezend elk oogenblik hem terug te hooren komen; elk uur, elke minuut die verstreek was voor haar een versterking van haar eenige, laatste hoop.