United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ieder zak is besloten in een omhulling van zeildoek, bestemd om te verhinderen, dat de sneeuw overdag door kan dringen in onze op de sleden geborgen bedden. Bovendien beschut die hoes het bont tegen de condensatie van den adem gedurende den slaap.

Zieje, mannetje, dat heeft-i zelf geschilderd, en hy krygt er niets voor. En 't hangt op de zaal vlak, vlak hierboven, weetje? en je mag 't zien, als de hoes er af is, want ... nu is er 'n hoes over, omdat mevrouw naar buiten gaat, naar myn Buiten ... Groenenhuize heet het. En daar mag je-n-ook wel eens komen, want ... daar hangen ook schilderyen van den jongeheer Flodoard ... d

En een gouden liebaertkop was gewrocht op den wapenrok en op de hoes, die Gringolette, de geäppelde schimmel, omhuifde en die zelfde liebaertkop schitterde op Gaweins schild in goud.

"'n Blauw dämpken vleug der van duur tot duur, En woar dat blauwe dämpken kwam, Doar störf an den heerd de heldre vlam, Doar störf de boer, de vrouw, het keend Et hoes verwöj duur weer en weend." Het koren stond in den zomer op het veld. Waar was de hand, die het maaien kon? Het vee wachtte droomend op de weide bij de beek, gelijk alle dagen. Het sappige gras was gegeten, en het werd melktijd.

Tegen den aovend onze knecht was nao 't dorp om deur Loeks, de smid, een koeze te laoten trekken, Margien lag met de rooze onder een bovenbedde op een onderbedde, en onze Berend was in de schoele bij 't rederiekeren um de keersen te snuten zee Jaaije tegen mij, net toe 'k veur de tweede keer nao Willem Snikking oet praoten wol, die as dragonder te Deventer is een peerdespul hadde zeen ie mossen te hoes blieven, want ik hebbe met oe 't een en ander te verhakstukken.

Anderzijds tracht men woning, stalling en schuur te scheiden, aanvankelijk nog onder éen dak, dan over verschillende gebouwen verdeeld. a. In Twente en in het Oosten der Graafschap vindt men nog het "lösse hoes", de hoeve met éen enkele ruimte voor mensch en vee. Als ingang tot de deel dient de groote bansdeure en niendeure, die onder het eerste gebint staan, terwijl het dak oversteekt.

»Nou, dan kui je wel mal oet en mal in hoes kommen!" Ik gaf een stuver, dee mien pakkien an de stok en de stok op de scholder en zee: gezondheid zaomen! en gunk de deure oet en trok die driftig achter mij digte.

Het vokalisme is vrij eentonig; zoo b.v. schaap: skieëp; jaar: jieër; rijk: riek; voet: foeët; huis: hoes; deel: deel; steen: stieën; oog: eeag; sturen: stjoere; hand: haan; oud: aald; vogel: foegel; hond: hoen enz. De drie persoonsuitgangen eindigen in het meervoud allen op een toonlooze e. De n wordt in de onbepaalde wijs en in de verbuigingsuitgangen na toonlooze e weggelaten.

Wat wassen ze ook gek met heur beide kinder, een jonge en een wiggien, en wat een treurigheid kwamp er in dat hoes, toe Trinao, zes jaor old, begun te kwienen. Elke dag maokte Jaaije wat veur 't stumper klaor en dat bragten wij er dan om 't andere hen en Jaaije gaf 't heur zölfs. Nooit kwam ik oet 't kleine liedenskaomertien, of ik was beter eworden. Een ziekehoes is een leerhoes.

Ah, ja, in de hoes! Anders, weetje, dan kan je-n-op de zaal vlak boven Mozes by 't Doornbosch zien ... als-i eens niet in de hoes zit. Dat heeft m'n zoon, de jongeheer Flodoard-zelf geschilderd, heelemaal zelf. Wat zeg je d