United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zei, dat hij op de heenreis door het ijs bij het Herscheleiland was opgehouden; maar wij zouden zoo laat in het jaar wel niet op hinderpalen stooten. En dat Herscheleiland zouden wij in elk geval gemakkelijk bereiken. Hij dacht zelf op dat eiland te zullen moeten overwinteren, en misschien ontmoetten we elkaar daar nog eens weer.

Vóór den winter wou hij nu nog naar Banksland op de walvischvangst. Tot nu toe had hij geen geluk gehad en nog geen enkel dier getroffen. Zijn motor was zeer sterk, en hij zou ons bij zijn terugkeer naar Herscheleiland misschien nog wel inhalen. Buitendien gaf hij ons alle mogelijke inlichtingen over het ons wachtende vaarwater.

Daar op Herscheleiland ondervonden wij het groote leed, dat onze Manni verdronk; hij was alleen in een boot aan het eenden jagen, en in het gezicht van de Gjöa stond hij in het bootje, toen dat door een windstoot omsloeg. Hoewel dadelijk een boot uitgezet werd, gelukte het niet zijn lijk te vinden, ook niet na herhaalde pogingen in den loop der week gedaan.

Er waren in de kolonie ongeveer evenveel honden als menschen. Al lang had ik het ijs erop aangezien, of het niet spoedig mogelijk zou wezen, per slede naar Herscheleiland te komen, omdat ik er naar de post onderzoek wilde doen, die van daar in de eerstvolgende dagen zou vertrekken. Wij verlangden allen zoo naar berichten van huis.

Toen we langs Wiik's graf kwamen, lieten we de vlag dalen en zonden hem onzen laatsten groet. Op Herscheleiland moesten wij nog lang wachten op het verder losgaan van het ijs; het eiland had een prachtigen plantengroei, waar King Point een ware woestijn bij was, maar de Eskimo's hadden al het primitieve verloren, en de jeugd vertoonde duidelijk de sporen van een sterke vermenging van rassen.

Den volgenden dag om half vijf waren wij in de haven van Herscheleiland. Daar deed zich een zeer ongewone aanblik aan ons voor, want er lagen vier groote schepen naast elkander en op het ijs ertusschen wemelde het van menschen. Onze aankomst wekte groot opzien. In een oogenblik waren wij door een dichte menigte omringd; er waren Mulatten onder en negers, blanken en gelen.

En toch, dien nacht werd ik door de electrische bel gewekt; Wiik was veel erger. Ik schreef aan kapitein Tilton, die een dokter aan boord had, dien te zenden en stuurde Jimmi er mee naar Herscheleiland, maar eer hij vertrokken was, had onze beste vriend Wiik reeds den laatsten adem uitgeblazen.

Op Zaterdag den 9den September konden wij over het ijs loopen, en daarmee moest de derde winter beschouwd als te zijn ingegaan. Op denzelfden dag, waarop het ijs begaanbaar werd, kregen wij ons eerste bezoek. Het was een zendeling, de heer Fraser, die van Herscheleiland kwam en naar Fort Mc Pherson wou, het noordelijkste station der Hudsonsbaaimaatschappij aan de Mackenzie.

Sten woonde nu met een der harpoeniers en eenige Eskimo's aan den wal, om de wacht te houden bij de proviand en de verdere uitrusting. De kapitein van het schip, kapitein Mogg, was met de overige bemanning in booten naar het Herscheleiland gevaren en wou van daar met een ander schip zuidwaarts naar San Francisco gaan. Daar zagen wij al het wrak onder de steil afdalende kaap vóór ons.

Van de hoogte op King Point konden wij het takelwerk van een schoener in de richting van Key Point vijftien zeemijlen westwaarts waarnemen. Dit schip behoorde aan de Eskimo's. Zij hadden het ingeruild voor pelswerk en deden er nu mee aan walvischvangst. Nu was het aan den grond geloopen, kwam echter weer los vóór het vroor, en wendde zich nu naar het Herscheleiland.