United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En gij zijt ver, Asia, die wen mijn wezen Overliep, als een gouden beker waart Voor heldren wijn, anders in dorstig stof Vervloeid. Alles is stil. Helaas! hoe zwaar Weegt deze rustge morgen op mijn hart! 'k Zou kunnen slapen met mijn leed, ofschoon Ik droomen zou, waar' slaap mij niet ontzeid.

Toen, voor de eerste maal, hoorde Liesbeth van dit vroeg-droeve kind een heldren, jongen lach. Wat had dit meisje niet al meegemaakt! Ze stond erbij toen de bronzen klokken uit de kerktorens van het stadje werden gehaald. Ze zei het nooit te kunnen vergeten. De schoolkinderen hadden dien dag vrij en zongen hun klokken een afscheidslied toe.

Men kon zich geen beschaafder en welwillender oude heer voorstellen dan de landheer, zooals hij daar in de open caleche zat in zijn besten pels, met zijn fijnsten halsdoek om. Nu lag zijn haar plat gekamd om zijn schedel; maar zijn gezicht was bleek, zijn oogen ingezonken. Een weergalooze glans stroomde van den heldren hemel op dien Februarimorgen.

Zij scheen door het plotsling ont-leven uit een mist aan te heldren, met grootere bitsing van walkant, zwarter grijpen van takken, bleeker kartlen van gevels. Op de bordessen stonden vrouwen en mannen gevlucht, kijkend naar 't gestuif, 't angstige leeg-zijn der straat.

Maar zwijg toch, gij raaf, die door uw krassen ondergang voorspelt. Wacht tot de nacht gekomen is, als ge met de uilen in 't woud om 't hardst wilt huilen. Nog ligt Borg stralend in de zon op de landtong door zijn parken van geweldige dennen beschut, en de met sneeuw bedekte velden beneden schitteren in den heldren Maartschen zonneschijn.

waar van dorpskerkjes vroome klokken galmen, waar vriendlijk volk, geduldig en tevree, als recht aanvaardt al 't kleine wel en wee, en Zondags dankt in onverstane psalmen, waar men op heldren dag den sneeuwberg ziet als heerlijke oogenlust in ver verschiet,

Daar heft hij plots zijn Aanschijn en met oogen, Vaag en toch klaar, uitkijkend naar den rand, Den versten zoom des horizons, waar vlogen Vogels, als vlekken op den heldren wand Des eindloos-wijden hemels, en zijn hand, Als vogel-zelf, zich zwierend naar den hooge,

Want Oberon is zeer gekrenkt en boos, Wijl zij een lieflijk kind als dienaar koos, In Indië geroofd, een koningszoon; Nooit had ze in haar gevolg een knaap, zoo schoon; Naijvrig vorderde Oberon dit kind, Opdat het hem door 't woud de paden vind'; Zij weigert hem het lieve wicht en vlecht Er kransen voor, is teêr er aan gehecht; En waar hij nu bij 't sterrenlicht haar ziet, In veld of bosch, of aan een heldren vliet, Daar volgt een twist, die heel hun elfenstoet Verschrikt in eikelnapjes schuilen doet.

En ginds de minderen, die deelden in het wonder, Vazallen, naderend, vermetel, vol van moed, Van wie een ieder fier zijn vaandel wapp'ren doet, Dat 't gansche luchtruim vult met heldren kleurengloed, Terwijl de lucht weerklinkt, als rolde luid de donder. Naar B.H. Chamberlain.

Daar zijn den heelen heldren noen Verliefde nachtegalen wakker.