United States or United States Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er is dus niet geweest bij mij ooit ik heb vreeselijken eerbied voor "De Nieuwe Gids", maar in dat opzicht sta ik dichter bij Heijermans en vooral bij Coenen louter schoonheidsverlangen. Er was bij mij meer menschgevoel dan schoonheidsverlangen. Mij is het vooral te doen om menschelijkheid en levensbegrip, levensgewaarwording.

Heijermans laat ze bij elkaar komen: visschersvrouwen en de dochter van den reeder en ieder doet op haar beurt een verhaaltje. En dan die nonsens dat die man, als 't schip is vergaan, telephoneert naar de assurantie en ten antwoord krijgt: "Kom morgen 't geld maar halen." Nonsens, zoo is 't leven niet.

En hier, evenals elders, maken de dichters zich met graagte van de plooibare stof meester, om Ahasverus te maken tot een strekkings-figuur, en eigen streven en aanschouwing tot uiting te brengen. Aldus Ten Kate in zijn Ahasverus op den Grimsel, Heijermans in het schouwspel Ahasverus, Vermeylen in den roman De Wandelende Jood.

Ze moeten dan praten over hetgeen hun eigen improductieve geesten opbrengen, ze zijn veroordeeld te leven in de hopeloosheid van hun eigen onvruchtbaarheid, ze hebben geen Heijermans en geen Royaards om hun avonden te vullen.

Maar er zijn onder onze moderne auteurs een paar waar ik erg veel van hou'. Zoo bv. van Mevrouw Boudier-Bakker; van Heijermans heb ik ook veel gelezen; van Querido ook het een en ander; er is trouwens bijna geen een of ik ken er wel een werk of wat van. Maar een boek dat mij erg lief is, is "Een zwakke" van Coenen."

Het jongensachtige. Dat uit zich in een alleraardigst, ongegeneerd omspringen met groote namen en zich manhaftig bezighouden met personen en verhoudingen, die vèr boven eens jongens apperceptie uitgaan. Het is zoo iets als de straatbengels, die holden door het revolutie-Berlijn en gilden: "Der Kaiser soll abtreten". Het loopt zoo ongeveer parallel met iets als een A. en S.-raad op een gymnasium. Verreweg het aardigste heeft-ie daarin gepresteerd, toen-ie Heijermans plaatste in de kliek van Stad en Land, welks leden "elkander de hand boven 't hoofd houden". Uit het artikel van mijn vriend Querido ik zeg hem hartelijk dank voor de spontane verdediging van mijn eerlijken naam zag ik wel hoe ook hij daarvan heeft genoten, maar neen, zooals ik...! D

Voor als wij weer eens een eigen huis gaan betrekken en wij hadden het geluk, in dat huis een zolder te bezitten, hebben wij het geheime plan, daar groote kasten te improviseeren en in die kasten èrg veel Hollandsche bellettrie te bergen. Ik mag dus niet zeggen, dat ik Heijermans onvriendelijk heb gevonden. Maar wel onverstandig.

Heijermans heeft u gezegd, dat alleen die kunstenaar van een roeping mocht spreken, die een welomschreven maatschappelijke overtuiging had en, vanuit die overtuiging, overtuigend aan het schrijven ging. Hij zou respect hebben voor een katholiek, voor een calvinist, die aldus op de verovering der wereld uittrok. Hij voor zich voelde het als zijn roeping, zijn plicht, te strijden voor het proletariaat, met zijne uitbeeldingen van den klassenstrijd. Maar zulk een calvinist, of zulk een katholiek, w

Maar geen enkel détail mag verloren gaan door de grootheid, binnen de groote lijnen moeten de subtielste bijzonderheden tot haar recht komen.... Niet een opeenstapeling van détails brengt een groot geheel. Toen ik nu aan Heijermans mijn voornemen mededeelde, keek die raar op: , zei-die, ga je daar zoo plotseling mee beginnen?

Mijn tweede deel "Meditaties" en mijn "Studies over tijdgenooten" verschenen in "De Jonge Gids". Heijermans, met wien ik vijandig leefde hij was redacteur aan "De Telegraaf" en ik was redacteur aan "De Amsterdammer", en we hebben mekaar erg bespot Heijermans, anders buitengewoon fel en brutaal, en zonder veel critischen kijk, ontdekte, dat wij er dezelfde levensbeschouwing op nahielden; wij waren in 1897 beiden lid van de S.D.A.P. geworden, en hij kwam naar me toe, vroeg me of ik aan "De Jonge Gids" wilde medewerken, en dat heb ik toen gedaan.