United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen riep dezelfde krachtige stem: "Heidaar, Kaguya! Hoe lang zijt gij nog van plan, in deze treurige plaats te talmen?" Onmiddellijk werd de buitendeur van de provisiekamer en het inwendige latwerk door de macht van het Maanvolk geopend en werd de Edele Kaguya zichtbaar, met haar vrouwen om haar heen geschaard.

Hij poogde de buitendeur open te maken om versche lucht te scheppen, maar zag er geen kans toe. Heidaar, mijnheer Cascabel! riep hij zoo hard dat al de slapers in de Schoone Zwerfster opschrikten. Sergius, Cascabel en de twee jongens sprongen op. Het eerste wat Jan zeide, was: Maak de deur toch open! Ik stik hier. Ik kan de deur niet open krijgen, antwoordde Kruidnagel. Dan de raampjes.

"Er is geen twijfel mogelijk, het is van onzen kant, dat het gevecht begonnen is. Voorwaarts! Het zijn de onzen, die strijd voeren." "Heidaar, Iwan! Je moet den wagen maar tot aan het huis van dien Kniesj begeleiden en de zaak van het hooi in orde brengen. Voorwaarts!"

Binnen eenige oogenblikken waren de struikroovers vlak bij het rijtuig, dat langzaam voortreed. "'Heidaar! riep het opperhoofd den grijsaard toe, die naast zijn ossen liep, terwijl hij zijn pijp rookte, 'heb je onderweg ook een jonge vrouw ontmoet, die scheen te vluchten?

"Wat voor 'n dag is 't vandaag?" riep Scrooge een jongen, die op zijn Zondags gekleed was, toe. "?" antwoordde de jongen, "wel Kerstdag natuurlijk!" "Kerstdag zegt ie!" zeide Scrooge bij zichzelven. "Dan heb ik 't tòch niet gemist. De Geesten hebben 't alles in één nacht gedaan. Zij kunnen alles doen zooals zij willen. Natuurlijk. Natuurlijk. Heidaar, jongen." "Hallo!" antwoordde de jongen.

Ha, ha, dat is Mijnheer Anselmus, die mijn manuscripten wil copieeren!” De student Anselmus ontstelde niet weinig van de ontzaglijke stem, want het was dezelfde, die op Hemelvaartsdag had geroepen: Heidaar, wat is dat voor een gemompel en gefluister etc.

De koe was zoo mooi, als een koe maar wezen kan. «Die geeft zeker ook goed melkdacht de boer; «dat zou een goede ruil zijn: de koe voor het paard!» «Heidaarriep hij den man, die met de koe liep, toe; «weet je wat? Een paard, zou ik meenen, kost meer dan een koe; maar dat is mij om 't even; ik kan meer dienst, van een koe hebben, als je er lust in hebt, dan zullen wij ruilen

In 't midden trok een lange aardworm zich bliksemsnel in zijn gang terug. Pluizer ging dwars door de tierende en scheldende bende op het hol van den aardworm toe. 'Heidaar! lange, bloote slungel! kom eens voor den dag met je rooden puntneus! riep Pluizer. 'Wat moet je? vroeg de worm uit de diepte. 'Jij moet er uit, omdat ik er in wil, hoor je, kale zandeter!

Ik zal u nader wel eens zeggen waarom; doch, daarvan gesproken, ik breng u een klein geschenk mede. Heidaar! Bouke! Geert! roep Bouke eens!.... doch wacht, Geert! steek eerst die twee kronen in uw tasch en dat stuk kant, dat ik u voor een welkomthuis heb medegebracht." "Duizendmaal dank, Uwe Edelheid!

Alle menschen liepen de stad uit; daaronder bevond zich ook een schoenmakersjongen met een schootsvel voor en pantoffels aan; deze liep zoo hard, dat een van zijn pantoffels van zijn voet viel en vlak tegen den muur aanvloog waar de soldaat door de tralies zat te kijken. «Heidaar, schoenmakersjongen!