United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Omdat", zei 't jogje dadelijk: "omdat ze verrekke van de kou, net as de grootvader van de flesschetrekker an de overzij, die ze in de kelder bevroren hei-je gevonden"... "Nee", zei Eleazar: "benèjen in 't water is 't, as de boel toegevroren is w

De bazin had het seffens heel druk en de baas, die groot en rood was, kwam al kouwend in het deurgat van de keuken staan, om ontzag in te boezemen. Dat jong gedoe deed zeer vroolijk, intrigeerde iedereen op goed val het uit, in hoog stemgegichel. Een blauw clownmeisje ging buigen over het peinzend hoofd van Johan Doxa en vroeg: "A wel! wat hei-je met uw peterselie gedaan, kalfskop?"

"O. O!.. Ben jij 't?", zei hij en sneller in grommend beklag ging zijn stem met klanken van onmachtig, ingeroest huilen: "...Verdomme, verdomme, nou mot je is kijke!.. Nou ku-je-'t verdomme is zien!.. Je zou je zoo gaan verzuipe!... Is dat 'n pèst!... En dat hei-je zoo telkes, telkes as 't water maar effen rijst... Kijk me is an!"...

Voor 't eerst zag Eleazar 'm van dichtbij 'n jongen van zestien of zeventien, of vijftien, met aankomend snordons, bleek en met vet-rooie lippen. Hij kon ouder geweest zijn, dor mannetje als-ie leek. "Dag", zei-ie, Eleazar niet herkennend. "Hei-je verkoch?" , vroeg Poddy, 'n doos overnemend, waarin netjes gerijd de sigaretten lagen. "Nimmendal", zei de jongen, bot.

"Da's léelijk," zei-ie: "da's meneer Zwaluw en die is dóód. Waar hei-je 'm gevonden?" "Hij is nie dood," zei de boer ongerust: "Help 'm maar na binnen drage...."

"Ja, noù weet 'k 't," knikte hij: "en wat hei-je gister an 'm gebracht?"

"Doe j'm dich!" schreeuwde hij schor, maar Jan, koppig, wetend dat de menschen-van-boven-het-pakhuis geen deur op de plaats hadden en overhoop leien met die van benee, zei alleen maar brutaal het manshoofd besarrend: "Daar hei-je háár ook!" en keek bot, met jongens-verachting, naar de roode, lillende koonen. Woede verpaarste 't gezicht van den man.

Rebecca bij 't dakraam, lei met 'r hoofd op de tafel te snikken. En onafgebroken-smartlijk klonk uit het bedgat het jammrend geweeklaag, het heftig gesnotter van den grijsaard. "Waarom huil je nou, Poddy? Kom nou", suste Eleazar: "hei-je geen dokter?"... "Nee", snikte de jood: "hellept niks, niks!"... "Zal 'k 'm roepen?" "Nee géen dokter geen dokter!".

"Geleerd!", lachte hij over-vroolijk: "as we 'n jaar getrouwd zijn, ben je zoo wijs as ik 'k hei net zooveel school gehad as jij." "'k Hei vanmorrege in een staan leze toen 'k je kamer dee." "En? En?" "Nou ", lachtte ze onnoozel: "je ken d'r nie wijs uit worde. Wat hei-je d'r an?" "Je komt 'r door uit de krotten weg", zei-ie z'n arm om haar middel leggend, zacht oploopend naar de deur.

"Hei-je 't zoo warm?", zei Eleazar, huiverend in de kilte der kamer, na de lekkere warmte bij Suikerpeer. "Warrem? 'k Hei 't nie warrem en nie koud 'k hei 't lèkker 'k hei me in geen maande zoo lekker gevoeld. Niks as 'n kou gewees enkel 'n kou"... De deur werd geopend en Jozef, de oudste zoon, kwam binnen.