United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Kun je je niet verklaren?" vroeg hij. "Ik had hem kunnen redden, en nu is hij door mijne schuld verloren gegaan, zuchtte zij. Hary, ik hing aan jou, en hem heb ik ongelukkig gemaakt. Als ik gewild hadde, ware hij een beter mensch geworden. Ik had me moeten offeren voor zijn geluk en zijn ommekeer. Ik achtte het niet. Nu is het te laat." Zij liet het hoofd op zijn schouder zinken.

"Anna, Anna, begon hij te bidden op smeekenden toon. Als je toch maar verstaan kon, hoeveel ik van je houd...." Maar hij was voor haar niets anders dan de aanrander van Hary. "Zie," ging hij voort, "ik was soms bang dat ik je niet kon te spreken krijgen dezen morgen en daarom schreef ik je dezen brief. Daar, lees dien; ik geef hem je nu toch maar! En schrijf dan terug. Dan ga ik nu verder.

Twee maanden later zat zij met Hary Gerards als naar gewoonte in het priëeltje. "Hary," zei Anna. "Hoe kan er iets worden tusschen ons? Het kan niet, onmogelijk." "Maar Anneke, schrok hij verbaasd op. Wat is er dan? Ik versta je niet. Ik begrijp er niets van." "Er rust een zware schuld op mij," en zij boog 't hoofd. De jonge man nam hare hand in de zijne en streelde ze zachtjes.

Kan deze bevroeden dat er ongeloovigen zijn? Hij bemint God met den natuurlijken drang naar liefde die in zijn hart gelegd is, en deze liefde staat boven de kim zijns levens als de rijzende zon aan den heuvelrand. Heel de wereld en heel zijn ziel liggen in haar glans en luister. Dáár is Religie leven, en Leven poëzie." Hary liet zich meeslepen door zijn eigen woorden.

"Werkelijk," vroeg hij, "van 't veld?" "En van de wei! Waarom dan niet?...." "Ik heb altijd," zei Hary als in gedachten, "veel gehouden van de heide." Er ging een horizont open met dat woord voor beiden. Het was hem onbewust op de lippen gekomen. Maar nu gevoelde hij wat zij denken moest: die kermisavond, de overval waarbij de ander zich gewroken had: Willem Stoffels stond tusschen hen beiden.

Pile, pile, pilekens. Maar gauw terug nu...." De eendjes waggelden haar door de weide achterna. Hary Gerards glimlachte, met die uitdrukking van geluk op zijn gelaat zooals hij telkens glimlachte, wanneer iets schoons hem trof.

Maar hij vond hem gereed. Stoffels trapte naar hem en vloog hem naar de keel. Zij vielen over elkander op den grond; Stoffels hamerde met vuistslagen zijn slachtoffer. Hary lag bewusteloos. "Ziezoo," zeide Stoffels tot zich zelven, waar hij Hary zag met bloed op 't aangezicht "dat heeft hij al vast." Hij borg het zakmes op, waarmee hij zijn vuist gewapend had gehouden.

"Drink eens, Anna," noodde Willem. "Het zal je geen kwaad doen." Weer verviel ze in gedachten. Die keer toen ze hem gezien had over het hek van den boomgaard, waar hij dien appel voor haar geplukt had "omdat jij het bent"..... Dan was Hary van den meester hen er komen storen. Zou Hary Gerards niet hier zijn, dacht ze op eens en begon rond te zien. "Waar zoek je naar?" vroeg Willem.

Anneke herinnerde zich het gesprokene tusschen moeder en Hary van den meester. "Wat is dat?" vroeg ze. "Wel, verklaarde hij, de kolenmijn! Nu gaan ze eerst kijken hoe diep die zitten en boren een put in den grond; en dan komt daar de mijn. Daar zitten hier overal kolen, en de besten van de wereld." "Zullen de heksen daar niet kwaad om zijn?" waagde ze naïef. "De heksen?" Willem peinsde.

"Als ik die den rooden haan niet een keer op het dak jaag," zei Willem Stoffels tot zijn kameraad, met een vloek als naar gewoonte, "dan wil ik stikken!" Zoo ging hij zijns weegs, het donker in. Den eerst volgenden keer toen Hary Gerards in Brunssum terug kwam, was 't weer zomer-vakantie.