United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij werd den volgenden morgen zelfs veel later wakker dan gewoonlijk, en Jan Slob liet hem rustig liggen. 't Was al bijna acht uur, eer hij ontwaakte, maar toen voelde hij zich ook verkwikt en versterkt. Hij stond op en begaf zich naar beneden. Slob en zijne vrouw bevonden zich in de gelagkamer, en zij reikten Marten hartelijk de hand.

"O, da's goed, da's goed!" juichte ze, en beiden sprongen aan kant. Pallieter zette Marieken op een groote gele merrie. "Houd oe vast bij de mane?" riep hij, en hij sprong op het eerste beste paard, kletste met de vlakke hand op het achterste van het ongeruste dier, dat ineens lijk een pijl uit den boog vooruitschoot, gevolgd door al de koeien en paarden, twintig in getal.

Terwijl zij in den wagen eenige oude kleedingstukken opzocht, volgde hij haar met de oogen, en toen zij weer bij hem kwam en hem, in plaats van zijn doorweekte kousen en afgedragen schoeisel, een halfsleten tricot en een paar lage schoenen van het wonderkind aantrok, greep hij eensklaps hare hand en zei: "Juffrouw, ik zal u alles vertellen, en ook hoe of je ze op de klok leert kijken."

De flauwe tegenstand dien-i nu-en-dan bood, werd door z'n baker opgevat als kinderlyken gril, en dáármee wist ze raad! 't Scheelde weinig, of ze had er 'n "suia, suia, kindje" by gezongen. Want honni soit qui mal y pense! zoo bakerlyk was haar indruk by 't uitkleeden van den jongen ridder. Toen ze gereed was, zette zy hem op 'n laag bankjen onder de pomp, en sloeg de hand aan den slinger.

Uit instinctmatige vrees, dat ik aan mijn kordate uitspraak zou gaan tornen, sleepte ik Jetje, die ik braaf aan de hand hield, meteen het winkeltje binnen. We waren voor de eigenares goede bekenden; we kochten er dikwijls drop voor het kleine verkouden zusje. Bevende voerde ik het woord. De daad toch is eerst de voltrekking van het voornemen. Zij beslist.

Na de diepe ellende van de staking, 't tergend geduld van de juweliers, de grijnzende wanhoop dat 't eind 'r was, dat ze nutteloos hadden gevochten, dat ze verdeeld, uit elkaar geslagen 'n vragende hand zouen moeten ophouen, klonk 't bericht zoo geweldig, 't bericht dat duidelijk zei hoe zwak de juweliers zich begonnen te voelen, dat de groote menschen verrast zwegen, kijkend naar Dovid's lachrig-verheugd gelaat en de kinderen van den weromstuit even stil bleven.

Ze waren zoo ontsteld, dat zij zich allen op de knieën geworpen zouden hebben met het voorhoofd tegen den grond, indien de sibylle slechts één beweging gemaakt had. Maar ze zat zoo onbeweeglijk alsof ze levenloos was. Ze zat neergehurkt op den uitersten rand van de rotshelling, en beschutte haar oogen met de hand, terwijl zij in den duisteren nacht tuurde.

"Mijn vriend!" zeide zij met van aandoening haperende stem: "Ge moogt u niet zoo aan de droefheid overgeven. Uw leed is groot, maar ge moet troost zoeken." "Ach, gravin, ik ben verslagen, ik ben als dood, ik ben geen mensch meer!" zeide Karenin, terwijl hij haar hand losliet en haar in de met tranen gevulde oogen zag.

En ook ik weet maar ten-deele hoe de overgang geschiedde, tusschen z'n bedremmeld binnentreden en 't plaatsnemen op 'n matten stoeltje dat Femke hem vriendelyk toeschoof. Hyzelf herinnerde zich daarvan niets dan den bezielenden blik waarmee ze hem aanzag, en haar uitroep: Ah! En ze had hem de hand toegereikt.

Nu ontviel mij de lastige droom van vertwijfeling. Met dankbaarheid zoende ik de hand der vrouw, die mij verkwikt en verlicht had; mijn hart verbitterde op den boozen grijsaard. En ik vroeg stoutelijk naar zijnen naam. Hij antwoordde: Weetlust! En de vrouw op deze vraag antwoordde: Geloof!