United States or Maldives ? Vote for the TOP Country of the Week !


Je bent gek, Dorian of je speelt komedie, mompelde Hallward met een frons. Wil je niet? Dan zal ik het zelf doen, sprak hij, rukte het gordijn van de roe af en wierp het op den grond. Een kreet van afschuw ontsnapte den schilder, toen, in het flauwe licht, het verschrikkelijke masker hem tegengrijnsde. Groote God! het was het gelaat van Dorian Gray.

Lord Henry bezat de charme van zeer gevaarlijk te zijn. Dat was alles. Hij was te knap en te cynisch om werkelijk van te houden. Zoû er ooit iemand komen, die hem zoû vervullen met zoo eene vreemde aanbidding? Was dat een van de dingen, die het leven voor hem weggelegd had? Het is buitengewoon, Dorian, zei Hallward, dat je dit in het portret zoû opgemerkt hebben. Heb je het waarlijk er in gezien?

Dat geloof ik ook Harry, maar, naar je verdeeling, schijn ik dus maar een kennis te zijn. Mijn beste oude jongen, je bent veel meer dan een kennis. En minder dan een vriend; een soort broêr, denk ik. O broêrs, ik geef niets om broêrs; mijn oudste broêr wil niet dood gaan, en mijn jongere broêrs doen niet anders. Harry! riep Hallward met een frons uit.

Zijn egoïste en valsche liefde zoû zich voegen naar een hoogeren invloed, zoû herschapen worden in een mooier gevoel en het portret, dat Basil Hallward van hem geschilderd had, zoû voor hem zijn, wat heiligheid voor den een, geweten voor den ander, vreeze voor God voor ons allen is.

Lieve hemel! zelfs in de liefde is het niets dan een fyziologisch verschijnsel. Het heeft niets met onzen wil te maken. Jonge lui willen trouw zijn, maar blijven het niet; oude lui willen ontrouw zijn, maar kunnen niet; dat is alles wat je er van zeggen kan. Ga van avond niet naar de opera, Dorian! zei Hallward. Blijf bij mij dineeren. Ik kan niet, Basil. Waarom niet?

In het midden van de kamer, geklampt op een ezel, stond, ten voeten uit, het portret van een jongen man van bizondere schoonheid; op eenigen afstand zat de schilder zelve; Basil Hallward, wiens plotselinge verdwijning eenige jaren geleden zoo eene algemeene nieuwsgierigheid verwekte en aanleiding gaf tot menig vreemd vermoeden ...

Maar ik bonsde natuurlijk juist tegen Lady Brandon aan: U is toch niet van plan nu al weg te gaan, Mr. Hallward? riep zij. Je kent haar schelle stem. Ja, ze is in alles een pauw, behalve in schoonheid, zei Lord Henry, terwijl hij het madeliefje met zijne lange, zenuwachtige vingers aan stukken trok. Ik kon niet van haar afkomen.

Ik zal je mijn ziel toonen. Je zal met je eigen oogen zien wat je denkt, dat alleen God kan zien. Hallward schrikte terug. Dat is godslastering, Dorian! riep hij. Je moet zoo niet spreken. Die woorden klinken afschuwelijk en ze beteekenen niets. Zoo, denk je dat? Hij lachte weêr. Ik weet het! En alles wat ik tot je gesproken heb, was tot je bestwil.

Waarover is het? riep Dorian kregel, terwijl hij zich op een bank wierp. Ik hoop niet over mezelven? Ik heb vandaag genoeg van me eigen. Ik zoû dolgraag iemand anders willen zijn. Het is over jezelven, antwoordde Hallward, met zijne ernstige diepe stem; en ik moet het je zeggen. Ik zal je niet langer dan een half uur lastig vallen. Een half uur, zuchtte Dorian en stak een cigarette op.

Ik hoop, dat je altijd gelukkig zal zijn, Dorian, zei Hallward, maar ik vergeef je maar half, dat je mij niets van je engagement hebt laten weten. Je hebt het Harry wel verteld. En ik vergeef je niet te laat te zijn voor het diner, viel Lord Henry in, en legde hem met een glimlach de hand op den schouder.