United States or Democratic Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Mijnheer V. neemt, geloof ik, maar een omweg voor de vraag, hoe de Hagenaars u bevallen," verduidelijkte een ander Amsterdamsch heer met de goelijke rondheid, die de heeren onder elkander zich veroorloven onder de sigaar en den Johannisberger.

Het gerommel laat zich weer hooren, maar 't is kort en afgebroken. Dat is geen onweder! Dat is kanongebulder! De deuren van de kerk worden opengesmeten! In een oogenblik staat het strand vol! Ginds liggen de vloten! Hier de Hollanders, daar de Engelschen! Het kanongebulder verheft zich! De Hagenaars hooren het en zien niet tegen den moeielijken weg op om naar Schevelingen te gaan.

Van het wandelen in den trant der Hagenaars en Arnhemmers heeft de volbloed Rotterdammer een ongeveinsden afkeer; op een gewonen weekdag staat dat voor hem gelijk met tijd verkwistend nietsdoen, een dwaas en doelloos rondloopen zonder geldverdienen.

Door de warmte onwillekeurig in hare snelle vaart gestuit, duurde het vrij lang, eer zij de »tent" bereikten. Tegen verwachting was het zeer vol. Vreemdelingen en Hagenaars hadden zich aan alle zijden om de groene houten tafeltjes geschaard.

Moeders kermen en klagen en roepen den knaap of den volwassen jongeling, die haar verliet bij hunnen naam, doch het gedonder uit honderden vuurmonden doet den machtigsten smartkreet in den mond verstommen! De Hagenaars prachtig gekleed of in eenvoudig huisgewaad mengen zich vragend tusschen de Schevelingers: "Wie is die? Wie is die? Is dat Tromp? Is dat De With? Is dat De Ruyter?"

Hy werd later Bisschop van 's Hertogenbosch, en bleef zulks tot aan de verovering dier stad door Frederik Hendrik. Gedurende het beleg van Breda door Spinola, in de jaren 1624 en 1625, werden in de naaste grensvestingen Bezettingen gelegd, uit vrijwilligers van de Burgeryen: en zoo viel aan die van Haarlem en aan eenige Hagenaars het lot te beurt, in Heusden gelegerd te worden.

Onze nieuwe kennissen schenen als oude Hagenaars het niet der moeite waard te keuren eens in 't rond te zien, terwijl ze onder de verkwikkende schaduw van het Lange Voorhout henengleden. En toch tooverde de Augustuszon daar de verrukkelijkste stadsgezichten, die het hart eens kunstenaars hadden kunnen doen popelen van genot.

De tijd om te wandelen was voor de Hagenaars nog niet aangebroken. Tegen eene der hoogten op eene steenen bank, tusschen het kreupelhout in, zat echter toch nog een man, dien we van den weg, en nog minder van het strand af, niet zoo aanstonds konden ontdekken. Hij zit zoo dat hij de zee zien kan; al het andere is hem geheel onverschillig.

Janssen noodigt de gasten om zijn voorbeeld te volgen, en terwijl het Geldersche echtpaar met hun lepels de soep over den rand van den grooten schotel binnen hunne borden werkt.... aarzelen de Hagenaars; maar volgen ten laatste inderdaad het gegeven voorbeeld.