United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nauw hadden zich de gasten op de matrassen nedergelegd, of de blonde knapen traden binnen, bekransten de hoofden en omwonden de schouders der aanliggenden met myrten- en klimopkransen, en wieschen hunne voeten in zilveren bekkens.

Omstreeks het midden der eeuw was de politieke bewustwording dezer massaas nog nauwelijks begonnen; hunne klasse-behoeften en klasse- aspiraties, in sommige opzichten samengaande met die der groote bourgeoisie, nl. in den strijd tegen feudalisme en absolutisme, in andere er lijnrecht tegenoverstaande hadden nog geen uitdrukking gevonden.

In de buurt van de huizen waren de goed onderhouden dansplaatsen, en verder in het bosch stonden manshooge monolieten, resten van een vroegeren eeredienst, dien het tegenwoordige geslacht niet meer kent, maar waartegen ze nog eerbiedig opzien. Bij den terugkeer naar de westkust vond ik in een dorp de arbeiders, die wij hadden teruggebracht.

En in hetzelfde oogenblik hadden onzichtbare vingeren het doodsmerk gedrukt op het breede front van de oud-adellijke huizinge harer vaderen.

Zij noodzaakten hen, om hunne huizen te laten doorzoeken en waren volstrekt niet ongenegen, om later schadevergoeding te betalen voor den overlast, dien zij veroorzaakt, en voor de inbreuk, die zij zich veroorloofd hadden op de onschendbaarheid van het private leven, die bij de volkeren van het Anglo-Saksische ras zoo zeer geëerbiedigd is.

En toch waren deze steden bij wijle rijk, groot, losbandig en weelderig, telden hunne burgers bij honderdduizenden en hadden volop dichters, schilders, beeldhouwers en leerlingen van Pythagoras.

Bij het huisje van Katelijne hoorde een boonenveld, dat op de straat uitgaf. Dat veld was afgesloten met een groene haag, waarin Uilenspiegel en Nele, toen ze jong waren, een gat gemaakt hadden, om bij malkander te komen. Uilenspiegel en Nele gingen in het boonenveld en van daar zagen zij den landsknecht welke, met waggelenden kop in de lucht spuwde, maar het speeksel viel terug op zijn wambuis.

Natuurlijk was, toen de onder-officiers te zamen bij eene tafel hadden plaats genomen, het eerste onderwerp hunner redekaveling de wonderlijke zinnelooze, die daar juist was weggegaan. De sergeant legde hun uit, wat hij over dezen man had vernomen.

In Friesche doopsgezinde gemeenten b.v. was het nog anno 1550 noodig zich hiertegen te verzetten. Wanneer, verhaalt ons een ooggetuige, »twee luyden malkanderen ernstelijck ende vastelijcken getrouwt ende daarop te samen geslapen hadden, sulcks wierde bij der gemeynte voor openbare hoererije geoordeelt ende verworpen«. Toch was dit een ernstig bedoeld huwelijk.

"En je waart zeker onschuldig?" vroeg hij met het ernstigste gezicht van de wereld. "Als een kind in de wieg," antwoordde Peer, "maar ze hadden mij bij den Heer belasterd en gezegd, dat ik uit de provisiekamer gestolen had, en toen liet hij me dadelijk geeselen. Doch wacht maar, Heer van Vianen, mijn tijd zal ook wel eens komen!" Peer balde bij die woorden de vuisten.