United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toch maar een vaag, vluchtig verlangen; iets dat even, met de herinnering der speelsche vlammetjes in 't eenzaam haardje, vóór mijn geest opglansde en als een dwaallichtje verdween.

En die zachte lucht van bescheiden exquiziteit, vol gedemptheid, teederheid, kuischheid bijna, die dreef tusschen het haardje, de schrijftafel en de chaise-longue, die gleed tusschen de stille plooien der geëffaceerde behangsels, hield iets in, dat rust gaf aan zenuwachtigheid, zoodat Dolf, in eens, zijn stap van meten staakte, zitten ging, om zich heen zag en, eindelijk, stil, turen bleef op het portret van Cecile's man, den minister Van Even, die anderhalf jaar geleden gestorven was.

Eene vreemde koelte blies iets van den viooltjes geur, die overal hing, weg. In het haardje was vuur en zij had het koud. Zij bleef staan bij het lage tafeltje: zij nam eene visitekaart op, waarin een vouw was geknepen, en zij las: T. H. Quaerts. Een kroontje met vijf parelen boven dien naam. Dat Quaerts, wat was dat kort! Een naam als een klap van een harde hand.

Nu ik weer rustig bij mijn eigen haardje zit, overdenk ik deze week, waarin één oogenblik was, waarin de realiteit van onze militaire bestemming doorgeschemerd heeft. Dat waren vreemde dagen; het was, alsof, naarmate de krijgsgeruchten duidelijker verneembaar werden, al ons doen beteekenis verkreeg.

"U moet weten: de n is hier anorganisch; Duitsch eidachs.... heel interessant woord. Zie Franck of m'n dictaatcahier van dezen middag." "Hou hier je goeje humeur maar 's bij," bromde Else nog, "als de kachel er niet was, waarachtig ik zou wanhopig worden." De troostende kachel was 'n gezellig open haardje, dat den vorigen Zaterdag, toen ze naar huis waren, was gezet.

Er was ongeveer een week verloopen na de tableaux-vivants, toen Lili Verstraeten zich des middags in den kleinen salon neêrzette, daar waar ze waren vertoond geworden. Het vertrek had sinds lang weêr zijn gewoon aanzien hernomen, en in het open haardje vlamde een vroolijk vuur. Buiten was het koud; er woei een gure wind, en het dreigde te zullen regenen.

"Ja; die ouwe schoene knelde me zoo, en toe jij d'r strakkies effe nie bij was, heb 'k ze op 't haardje gesmete ... 't Dee' me goed, omdat ze me zooveel pijn gedaan hebbe ... èn ze benne van 'n domenee!... Mot je mijn standpunt as atheïst goed verstaan ..." "En waar loop je nou op?" "As we strak klaar zijn, krijg 'k 'n paar wije van jou ... halfslete kunstenaarsschoene.