United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Ha-ha-ha, wat een geweldig schutter!" lachte de Hopman, die zijn roer in de hand hield en den haan achtervolgde. »Joachim, ik dacht, dat je hand vaster was." »'t Komt door dat verwenschte bier!" mompelde Joachim. »Maar een is er toch al om koud!"

Je kunt er toch niet uit. Ha-ha-ha! Dat is grappig! Wacht, m'n beste jongen, ik kom bij je; dan zal ik je aan den anderen kant wel helpen. Hier heb ik meteen een bed voor je. Ha-ha-ha!" De veldwachter nam het stroo weer op, ontsloot de deur en trad het hok binnen. Nauwelijks was hij daar, of Jan Vos sprong voor den dag, en zei: "Kom Piet, we moeten Dik niet aan zijn lot overlaten.

»Wat is hier aan de hand, Bobvroeg de laatste. »De volle waarheid, hoor jongen, zooals ik dat van je gewoon ben.» »Ja, Bob, spoedig, spreek, eer het te laat iszei zijne Moe, wie ook de angst op het gelaat te lezen stond. »Pa, wij hebben de vredespijp gerooktzei Bob. »Pfff, wat ben ik ziekMijnheer de Wild begon onbedaarlijk te lachen. »Gerookt? De vredespijp gerookt? Ha-ha-ha!

Ook de burgemeester kon haast zijn lachen niet bedwingen. En eindelijk gelukte hem dat in het geheel niet meer. Hij proestte het opeens uit. "Ha-ha-ha!" riep hij lachend uit, "wat is dat een grappige historie. En hadden jullie dan echt die fuiken niet gelicht?" "Neen burgemeester, dat hebben die twee jongens gedaan." "Ha-ha-ha, en wie zijn dat dan?"

"Hij heeft de eetkoorts!" riep Jan van Bakel. "Neen, jongens," zei Dik, "ziek ben ik gelukkig niet, nooit geweest zelfs, maar toch heb ik een gevoel, of ik...." "Nu, of je...." "Of ik wel een appeltje zou lusten." "Ha-ha-ha!" lachten de anderen. "Die is goed! Zoo 'n gevoel heb ik ook wel. Ik geloof, dat ik er zelfs wel twee zou lusten." ", dat is vreemd," lachte Dik.

Ha-ha-ha-ha! Wat vermakelijk! Kijk dat ding eens dobberen! Ha-ha-ha!» »'t Bevalt hem er nietriep een ander. »Brrr! Help toch, menschen, help! Brrr! Brrr!» »Toe man, haal er den jongen nu uit! 't Is nu mooi genoeg, toe!» »Nu, vooruit dan maarzei de schoenmaker, die het nu ook tijd begon te vinden, om er een einde aan te maken.

Maar dat hoepla kwam te vroeg, want hoeveel moeite de schoenmaker ook deed, Bob was te zwaar om maar zoo luchtig in het water geworpen te kunnen worden. »Ho, dat gaat niet, ik zal je moeten kantelen, Bob! Houd je goed vast, hoor, mijn jongen, anders doe ik je pijn en dat zou me spijten! Ha-ha-ha, hoe bespottelijk dom van je, om in dit ding te kruipen! Dat vergeet ik mijn leven lang niet

»O toe, laat me er asjeblieft uit, de Veer, heusch, ik heb er spijt van en ik zal de schade wel betalen.....» »Eerst zal ik jou betalen, mijn beste jongen; denk je, dat ik den gek met me laat steken? 't Is juist Zaterdagavond, Bob, een bad zal je opfrisschen. Ha-ha-ha! Mooier kon je al niet in de fuik geloopen zijn; 't is bepaald grappig, 't is vermakelijk

Ze had de glazenspuit vóór het huis laten staan, en juist toen ze om den hoek verscheen, gaf ik haar een stortbad, dat het een lust was om te zien. Ha-ha-ha! Wat keek ze leelijk!» »Zoo, dat wil ik wel gelooven.

Al meer en meer won deze op hem, en eindelijk werd Dik voor de tweede maal gegrepen. "Nu zal je me niet meer ontsnappen, baasje. Allo, meê, onder het raadhuis! Voort! Daar mag-je appels en peren stelen, zooveel je maar wilt, en aan de ruiten tikken ook! Sla ze maar niet stuk, ha-ha-ha!" Dik sprak geen woord, en liet zich gewillig meêvoeren.