United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een oogenblik had hij van zeer nabij in deze duisternis het meisje herzien, dat hij beminde, den grijsaard, die haar vader scheen, deze onbekende wezens, die zijn eenige belangstelling, zijn eenige hoop in de wereld waren; en juist toen hij ze meende te vatten, werden al deze schimmen als weggeblazen. Zelfs geen enkele vonk van zekerheid en waarheid was uit dien vreeselijken schok gesprongen.

Cambyzes schudde evenwel ontkennend het hoofd, en verzocht den grijsaard hem in de open lucht te laten brengen, zijne legerstede op eene hoogte te doen plaatsen, en den Achaemeniden te bevelen, zich om hun koning te verzamelen.

Ge hebt ons zelfs geleerd, zei Plinius ter andere zijde van den grijsaard; dat Caïus Gracchus, de grootste redenaar van zijn tijd, bij zijn redevoeringen zich door een fluitist liet begeleiden, die hem op zijn tonarion-fluit den toon aangaf.

Heb ik een vader, een moeder gehad? Ik twijfel er schier aan. Den dag, dat ik dit kind uithuwelijkte, was alles uit; ik heb haar gelukkig gezien met den man, dien zij bemint, en dat in dit huis een goede grijsaard, een gezin van twee engelen was, met allerlei geluk, en ik zeide tot mij: Ga niet binnen, gij. Ik kon liegen, 't is waar, u allen bedriegen, mijnheer Fauchelevent blijven.

Men legde Gavroche op de tafel, waarop Mabeuf lag, en spreidde over beide lichamen den zwarten doek. Hij was groot genoeg voor den grijsaard en den knaap. Combeferre deelde de patronen uit, welke hij in de mand had medegebracht. Ieder man kreeg hierdoor vijftien schoten. Jean Valjean zat steeds bewegingloos op dezelfde plaats, op den straatpaal.

"Nietwaar?" grauwde hem de Ambtman toe: "Mijnheer Van Kinschot! verzeker u ook van dezen booswicht. Hij noemt zich Vicaris-Generaal in de Nederlanden...." "Zoo noemde hij zich," hernam de grijsaard: "thans heet hij eenvoudig Pater Ambrosius, gelijk voorheen.

Aan het slot van zijn geschrift noemde hij het een even zonneklaar vergrijp tegen de natuurwet dat een handvol menschen stikt in overvloed, terwijl de hongerige massa gebrek leidt aan het noodige, als dat een kind aan een grijsaard beveelt of een zwakhoofd een wijze voert.

Daarop vatte hij de hand van Cresus, bad hem om vergeving, dat hij hem, zijn vaderlijken vriend, zoolang verzwegen had, wat zijn hart met zoo groote zaligheid vervulde, en smeekte hem zijn aanzoek bij Rhodopis te ondersteunen. Glimlachende hoorde de grijsaard de hartstochtelijke taal van den jongeling aan, en zeide toen: »Hoe dikwijls, mijn Bartja, heb ik u tegen de liefde gewaarschuwd!

"Die eeuwige treuzelaars!" mompelde de grijsaard bij zich zelven, met een ontevreden hoofdschudden: "in mijne jeugd zoude men den tijd niet zoo onnut hebben laten voorbijloopen, wanneer er een kampgevecht te zien ware. Is het dan voor het vermaak van het gepeupel, dat men heden vechten zal? En is een strijd op leven en dood tusschen twee Ridders niet meer dan een hanengevecht?"

Eens lieten de mannen een ouden grijsaard achter, die de kracht niet meer had, hen op hun zwerftochten te volgen en die hun de kosten van zijn vervoer niet waard scheen. Kabouters en demonen gebruikten den indringer als zondebok; maar toen ze eens met hem bal speelden, lieten ze hem in de bron vallen. Die onhandigheid zou hun duur te staan komen.