United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij stapten af in de Meermin, afspanning, die van verre kennelijk was door de gouden meermin, die, als windwijzer, bovenop den trappengevel stond. De beide wandelaars brachten hunne ezelen op stal, en Uilenspiegel bestelde brood, bier en kaas voor hun avondmaal. De weerd grijnslachte bij het opdienen van dien schamelen maaltijd.

Hij was lang, hij moest zich haast altijd een weinig voorover buigen als hij met iemand sprak.... En de expediteur de Boogh, klein, oud heertje, die zijn schoonvader worden zou, keek telkens naar hem om en grijnslachte dan van den weeromstuit; zóó lag het uitbundig succes Louis Holman op 't gelaat.

Paartjes kuierden fluisterend door de lanen. De schommels kraakten onder de vrachten van gillende jonge maagden.... Justus grijnslachte. Hoevele Mary's waren er onder die engelen van melk en bloed? Voorwaarts! Straks was de stad bereikt. Hier, te midden van het gewoel der duizenden, die elk hun eigen pak van zorg en leed te dragen hadden, ademde de vluchteling vrijer.

Schoon! grijnslachte Damman, gij hebt een gezicht, glad als eene mispel, en een lichaam, slank als eene vim takkebossen: bezie mij die schooister, die beweert een edelman tot minnaar te hebben! Drinken! Zoo spraakt ge niet, Hans, mijn beminde heer en meester, als ik zestien jaar jonger was.

Hij werd weer vriendelijk uitwendig, om niemand te verontrusten, maar van binnen grolde zijn trots: hij vroeg of er wel iemand, pastor of burgemeester iets te raden of te zeggen had aan 't geen de boer van den Hoogen Doorn wilde!? Om 't stoute en 't raadselachtige van de onderneming zelf, beviel hem die nieuwe liefde en hij grijnslachte er bij van genoegen omdat hij de sterkste en rijkste kerel van de streek, nu eene buitensporigheid ging doen en met één ruk vernietigen al 't geen moeder en al de anderen zoo zachtjes meenden op een lijntje te houden.

Hij grijnslachte nijdig: "Haha! ge mient da'k van niets 'n wete! Ge mient da 'k niet 'n wete da g'in heur testament stoat! Nondedzju, ge zij mis, zille! 't Geld! Hier! Afgeven, zeg ik ou!" Zij schrikte hevig en staarde hem met toenemende angst en ontzetting aan. Hoe wist hij? wie had hem kunnen zeggen...? Maar hij wist het, zooveel was zeker; hij wist het en hij eischte het op.

"Nien ik! nien ik! nien ik!" kreet zij schor, in strak-gespannen houding. Een korte vlam van toorn schoot uit zijn barsche oogen. Hij grijnslachte; maar eensklaps kalm: "'t Es goed; betoal mij dan. 'K goa morgen wig." Het knakte haar plotseling neer als onder een slag.

De zeven beenhouwers, die aan de tafel van Lamme en Uilenspiegel zaten, smeten van hunne tafel naar die van de meidekens hespen, worsten, pannekoeken en bottels, die zij vingen in de vlucht, gelijk de karpers boven het water naar de vliegen snappen. En Stevenijne liet heure scherpe tanden zien en grijnslachte, en wees naar de pakken keersen van vijf in het pond, die boven den toog hingen.

Hij grijnslachte zóó afschuwelijk, dat de aanwezigen het voor een beminnelijk glimlachen hielden. Vervolgens voerden de jonge meisjes, hare stemmen in eene slepende melodie vereenigende, een statigen dans rondom hem uit. "O! gij danst," zeide hij, "welnu! ik zal bij u niet achter blijven en u een dans van mijn land toonen."

En hij werd terug naar het Steen gebracht, alwaar men hem vleesch en wijn brengen kwam. En hij was blijde, zeggende, dat hij er tot dan toe nooit had gegeten en gedronken, maar dat de koning, die zijne goederen erfde, wel dien laatsten maaltijd mocht betalen. En hij grijnslachte.