United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Agena is eveneens een oud-friesche tweede-naamvalsform, en wel van den mansvóórnaam Age, die nog heden in onze friesche gouen in volle gebruik is, en door Förstemann ook als een oud-germaansche mansvóórnaam, Ago, vermeld wordt.

Uit d'omstandigheid dat noordelik Noord-Holland eigenlik West-Friesland is of het westelikste der oudfriesche gouen, dat de voorouders der hedendaagsche landzaten aldaar, in de middeleeuen de friesche taal spraken, dat hun hedendaagsche hollandsche tongval nog de duidelikste sporen der friesche taal vertoont, daaruit is dit friesche voorkomen der geslachtsnamen in deze landstreek gemakkelik te verklaren.

Ja! maar in die oude oorkonde, door Habets vermeld, staat: »in gen Esschenbroek." Is dat gen dan eene drukfout voor den? Geenszins! »In gen Esschenbroek" is geschreven zooals in die gouen tusschen Rijn en Mase gesproken wordt. Zoo luidt ook het woordje onder te Sittard steeds als onger; oorspronkelik ongder, maar de d is daar uit gesleten.

In dien zin is het nog heden ten dage in eenige nederlandsche gewesten in gebruik; b. v. in Groningerland, even als ook in de aangrenzende duitsche gouen, vooral van Westfalen, meer byzonder van Munsterland. En juist uit Munsterland, dat reeds van ouds her steeds zoo velen zyner zonen naar de Nederlanden zendt, zijn ons de meesten dezer meiernamen toegekomen.

Tot omstreeks de jaren 1850 en 1860 was het Friesch ook nog de spreektaal der bewoners van het eiland Wangeroog in de Noordzee, aan Oldenburg behoorende. Eerstgenoemden hadden in de oostelikste gouen de overhand; laatstgenoemden formden in de westelikste streken de meerderheid der bevolking. En deze verhouding bestaat aldus nog heden ten dage.

En zoo is er in Vlaanderen ook eene maagschap, die haren naam als Van der Ostyne spreekt en schrijft, nevens eene andere die Van de Woestyne heet, in den oorspronkeliken form. Deze vlaamsche naam, die zyne weêrga vindt in den noord-nederlandschen geslachtsnaam Van Wildernis, is tamelik algemeen in de vlaamsche gouen verspreid, en komt daar in allerlei formen en verbasteringen voor.

In den geslachtsnaam Van Keersbilck, ook op vlaamsche wyze geschreven als Van Keirsbilck voorkomende, treft men dit woord ook aan. Van de Bregge en Van der Breggen is het zelfde als Van de Brug. Bregge is de friesche form van dit woord, en in de friesche gouen nog in volle gebruik, ook wel ten platten lande in Holland. Ook in den maagschapsnaam Breggeman komt deze form voor. Van den Dries.

Nederlandsche geslachtsnamen die oorspronkelik de namen zijn van vreemde landen, gouen en eilanden, zijn, behalven de bovengenoemden, nog: Beyeren, Holstein en het misspelde Holstijn, Maltha, enz. En den geslachtsnaam Zeekant mag men hier ook wel toe rekenen, even als Juist, aan het oostfriesche eiland van dien naam ontleend. Eindelik nog Nederland.

Voor wy overgaan tot het behandelen van andere patronymika, moeten hier nog twee zonderlinge en byzondere maagschapsnamen vermeld worden, die eveneens tot deze saksische inknamen behooren. Namelik: Gyseweenink en Janweenink. De lieden die deze namen, welke ook in de saksische gouen van Gelderland inheemsch zijn, dragen, heeten eigenlik eenvoudig Weenink; zy zijn oorspronkelik Weeninken.

De geslachtsnamen Boer, De Boer, Den Boer zijn uit der mate talrijk, voornamelik in de noordelike gewesten, en in de friesche gouen wel het meest. Boering kan een patronymikon zijn van de soort die in § 31 is vermeld. Echter kan in deze laatstgenoemde friesche namen ook de oude mansvóórnaam Boere, Bure, Bore schuilen; zie bl. 79 en 187.