United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


En het volk juichte die barbaarsche goedertierenheid toe. De beul bond Katelijne toen aan eenen paal, legde op heur geschoren hoofd eene pruik van werk en stak die in brand. En het werk brandde lang, en Katelijne schreeuwde en huilde van pijn. Eindelijk werd zij losgemaakt; zij werd op eene kar buiten het grondgebied van Damme gebracht, want heure voeten waren verbrand.

»God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de sterkte Godes is. En de goedertierenheid, o Heere! is Uwe; want Gij zult een iegelijk vergelden naar zijn werk". Heerlijke woorden! Ge begrijpt dan ook wel, hoe de gedurige overdenking daarvan mijne ziel heeft verkwikt. Ik lees ze nog eens over, en begin van achter af.

Maar komt de waarheid en weet ge weer een drop aan den emmer en een stofje aan de weegschaal te zijn, dan is opeens die overgevoeligheid weg; de rietstaf uwer hoogheid geknakt; stille, nederige zin komt over u en ook bij een minder deel wordt uw vreugdevolle tevredenheid rijk in die goedertierenheid des Heeren, die u nog zóoveel schonk.

En nu worstelt Hij met ons. »Bij den verkeerde, o mijn God! betoont Gij U een worstelaarNu is er in dat worstelen van den Heere onzen God met ons een onbeschrijflijk nederbuigende goedertierenheid. Hij kon ons op staanden voet verdoen van voor zijn aangezicht, dat we geen hinder meer voor Hem waren en ophielden twist te werpen in zijn eeuwigen vrede.

Men weet bovendien, dat, volgens de legenden van de Ramayana, de Ganges zijn oorsprong neemt in den hemel, van waar de goedertierenheid van Brahma hem naar de aarde zendt. De boodschappen, welke Passepartout te verrichten had, stelden hem in de gelegenheid de stad te zien, welke voorheen beschermd werd door een prachtig fort, dat nu tot staatsgevangenis dient.

Geen enkel militair reglement bevat overigens de uitdrukking besjoer als equivalent aan den groet. Een andere merkwaardigheid, die ik niet onopgemerkt mag laten in dit verband, is deze, dat het meerderen vrij staat om, als teeken van opperste goedertierenheid, een gebaar te maken, dat zooveel zeggen moet als: »houd je gemak maar ik ben niet gediend van dit eerbetoon«.

En in XVII luidt het: 7. En Hij, die mij kende en mij opvoedde is de Allerhoogste in al zijne volmaaktheid. En hij verheerlijkte mij door zijne goedertierenheid en verhoogde mijn verstand tot de hoogte der waarheid. En vandaar gaf Hij mij het pad zijner voetsporen. En ik opende de poorten, die gesloten waren. En ik rukte ijzeren grendels af en het ijzer ontgloeide en vloeide en versmolt voor mij.

Te bewonderen ook dit, dat er een gewaad van hoogen prijs is voor den man van vele goederen, en toch ook een kleed, dat duurzaam en van lagen prijs is, voor den arme in zijn nood. Gij voedt, Heere! al wat leeft, maar ook, Gij dekt al wat koud en naakt is. Hoe groot zijn uw werken. Gij hebt ze met wijsheid gemaakt. De aarde is vol van uwe goedertierenheid!

Hij is lankmoedig en vol goedertierenheid voor hen die in hem gelooven en Zijn woord houden, hoewel de Hemel weet dat ik die genade niet waardig ben. Doch indien slechts de waardigen zijne zegeningen genoten en zijne hand mochten vatten om hen te leiden over hobbelige paden, zouden er weinigen zijn, die hier vroolijk konden leven of in zijne rusten konden ingaan, als de nacht komt.

»God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal, d.i., ik heb dit goed en terdege gehoord: dat de sterkte Godes is". En niet alleen de sterkte is des Heeren. Buig u aanbiddend neder, o mijne ziel, des Heeren sterkte is onafscheidelijk verbonden met Zijne goedertierenheid. Heerlijke gedachte!