United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


In ’t oosten kleurt de kim zich met een roode tint, die langzaam overgaat in strepen en vegen van helrood, vlammend goud, dat tusschen de violette wolken door schittert en gloort als de vurige voorbode van zonneschijn en leven.

Zoo was Hij niet, die met gelijke kracht geliefd heeft, en gehaat met ziel en zinnen, en zich van 's Waerelds einddoel en beginnen en d'eigen Waarheid zeeker heeft geacht. Maar in mij gloort een vonk van nieuwen dag, wèl ongewis nog en in hachlijk beeven, maar voorboô van een ruimer, schooner leeven dan 't allerschoonste wat mijn held ooit zag.

't Zonlicht gloort en glinstert door de twijgen, de dauw tintelt op het vochtige gras als diamanten en juweelen, de vogels kweelen in de boomen een jubelend lied, en 't krekeltje in 't gras zingt hen na, zoo goed als het kan: "Het is Zondag! Het is rustdag."

PUCK. Hongrig brult de leeuw nu weer; Huilend groet de wolf de maan; Snurkend ligt de ploeger neer, Nu zijn dagtaak is gedaan; Nauw één vonk in de asch nu gloort; Uilgekras klinkt in de nacht; En de kranke, die het hoort, Huivert, dat het graf hem wacht, 't Is nu middernacht, de tijd, Dat de graven openstaan, En, van hunnen boei bevrijd Alle geesten waren gaan; En wij elfen, die met dans Om 't gespan van Hecaté Zweven, doch voor zonneglans Vlieden, met het duister mee, Zijn nu lustig; niet een muis Store dit gewijde huis; 'k Veeg het met den bezem schoon, Dat geen smetje zich vertoon'!

Kan dit thans nóg gezegd? Nog in die mate gezegd? Voor elk op haar wijze gezegd én van de jongedochter én van de gehuwde vrouw? o, Gewisselijk, er valt ook nu nog te roemen. Voor veel in de Christenvrouw is ook nu nog te danken. Er blinkt nog adel van hart. Er gloort nog koestering van liefde. Er vonkt nog iets hemelsch in menig hooger blikkend oog!

Wij evenwel, wij Belgen, wij Vlamingen, wij juichen de toekomst tegen, omdat de vrijheid weder over Vlaanderens bodem gloort, omdat de kunst, de moedertaal, de handel, de nijverheid op onzen grond mildelijk herbloeien; omdat wij nog het oude, krachtige bloed der vaderen door onze harten voelen bruisen.

Over de heiden doolt zoo hier en daar nog de herder rond met zijn kudde, sleeploopend met zijn staf, de lange dagen aaneen, en als dan de Gulden avond gloort op deinende heide, gaan de moegeweide schapen vredig voort. Stil is de lage lucht En de oude herder hoedt ze langzaam verder naar het klein gehucht. J. L. Walch.

Hier is de Oude haard met alles wat er omheen behoorde. Hij is begroeid met herinneringen, als de muren met de oude gebaarde takken en telkens jonge bladeren van het klimop. Het vuur, dat er in gloort, verlicht den antieken schoorsteen met zijne beschilderde tegels en eikenhouten beeldsnijwerk, en het goudleer aan den wand.

Ziet eens, zeiden de vrouwen tot elkander, hij heeft koude onder de heldere zon, die gloort aan den hemel, en kan zijn witte haren of zijn vaneengereten gezicht niet verwarmen. Hij siddert van smerte! 't Is de rechtveerdigheid Gods! Ziet eens hoe jammerlijk hij zich recht houdt! En zijne moordenaarshanden, van voren gebonden, bloeden ten gevolge van het prangen der val.

Naar interessantheid? Naar een gelukkige toekomst en schatting in het oog der menschen? Of wel, is van dat alles het holle, het ijdele ingezien? Ingezien, dat dit alles uit den dood en voor den dood is? En gloort er nu een andere geestdrift, een heiliger liefde, een uit den hemel ontstoken vuur? Dat vuur moet in de beenderen branden, zooals Jeremia het uitriep.