United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Emilies bovenlip en de gedeelten van haar gezicht om haar neus heen, trilden onmerkbaar, zij keek, afwachtend, naar de kachel, die begon te gloeyen, terwijl haar handen met haar zakdoek speelden. Een hoog zongeschitter schoot van de binnenplaats af door het vertrek. Een verfrissching huiverde door de kamer; langzaam, kalm, koel, verscheen Jozef. Kom ik te laat? Juist bij tijds, zeide Mathilde.

Er sijpelde iets kouds door haar handen; zonder dat zij het wilde tikte een van d'r vingers neêr op een zwarten toets en flauwtjes weêrklonk een angstig hooge toon. Maar zij haalde krachtig adem en was zich meester. Zij was toen zonder aarzelen maar begonnen. Naarmate zij vorderde, ging het beter. Zij voelde zich gloeyen onder het spelen.

Er had zich, zonder haar verbeelding, gedurende de dagen, dat zij in huis was gebleven, en zij den zomer had zien groepen en gloeyen door de ruiten, een vage gedachte van den tuin in haar gevormd, die geslagen en gedood werd door het koude zwart en groen. De kleuren, die anders haar oogen kusten, waren er niet meer; de tuin was veranderd, vreemd geworden, haar onbekend.

Het ijzer wordt gedweeg int gloeyen van den vure, Den diamant, hoe hard, verzachtet bokkenbloed. Maar dezen blijft verstokt, versteend in zijn gemoed. 't Glas van ons slavernij is niettemin verloopen. Ik zie, ik zie den weg tot ons verlossing open, Egypten ziet om hoog, het zweerd is uit der schee, Dies Jacob morgen licht zijn anker van dees reê. Binnen.

Zij zoû van haar benauwdheid uit tot Jozef gaan, hem al haar verdriet zeggen en hem vragen of hij weêr van haar woû gaan houden. Vroeger had zij wel gedacht, dat als Jozefs liefde wech was, die door geen woorden ter wereld weêr op te wekken zoû zijn en het dus maar beter was te zwijgen, maar nu voelde zij haar wangen gloeyen van een koorts van woorden, die zij tot hem spreken zoû.

't Bosch schijnt in vuur en vlam te sparken en te gloeyen, Nogtans in 's vuurs gegolf gebloemt en blad'ren bloeyen. Ik wil mij derwaarts spoên. Zacht, Mozes! Mozes, beidt! Hier ben ik. 't Is hier van mijn tegenwoordigheid Een driemaal heilig land, dus wacht u mij t' ontmoeten, Eert mij en deze plaats, ontschoeit terstond uw voeten.

Hij wilde dat als haar rok over zijn schoenen ging er een tinteling door zijn dijen zoû gaan, dat, als haar mouw over de zijne streek, er een vuur door zijn arm zoû gloeyen. Maar, wat hij ook in 't werk stelde, het kwam niet. Maar juist toen, dit had hij later wel ingezien, had zij haar invloed op hem gekregen. Wanneer hij gedachteloos over den weg keek, was zij toch maar in zijn verbeelding.