United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Zeker," antwoordde de reporter, "en niets is gemakkelijker dan om in de hut, die kapitein Grant en Ayrton bewoond hebben, een bericht te plaatsen, waar de ligging van ons eiland op aangegeven is, een bericht dat lord Glenarvan of een zijner mannen terstond vinden moeten."

Aan boord van dit jacht bevonden zich lord Glenarvan, zijn vrouw, een majoor van het engelsche leger, een fransch aardrijkskundige, een jong meisje en een knaap. Deze laatsten waren de kinderen van kapitein Grant, wiens schip, de Britannia, een jaar te voren geheel vergaan was. De Duncan stond onder bevel van kapitein John Mangles en had een bemanning van vijftien koppen.

"Ja," zeide Cyrus Smith, "maar thans is Ayrton waardig om weder aan boord van de Duncan te komen, en ik hoop dat 't het jacht van lord Glenarvan wezen zal; want elk ander schip zou mij verdacht toeschijnen! Deze zeeën worden weinig bezocht, en ik vrees altijd nog dat ons eiland door maleische zeeroovers overvallen zal worden." "Wij zouden het verdedigen!" riep Harbert uit.

Indien kapitein Grant nog leeft dan leeft hij op Australischen bodem." ""Wie zijt gij?" vroeg lord Glenarvan. ""Een Schot, evenals gij, mylord," antwoordde deze man, "en ik ben een van de lotgenooten van kapitein Grant, een van de schipbreukelingen van de Britannia." "Die man heette Ayrton. Hij was inderdaad de bootsman van de Britannia, zooals zijn papieren ook getuigden.

Sedert men hem achtergelaten had, was hij, onder den naam van Ben Joyce, opperhoofd geworden der ontsnapte gedeporteerden, en indien hij onbeschaamd volhield dat de schipbreuk op de oostkust plaats had gehad en lord Glenarvan noopte die richting te volgen, was dit slechts, omdat hij hoopte hem van zijn schip te scheiden, zich van de Duncan meester te maken en van dit jacht een kaperschip in de Stille Zee te maken."

Lord Glenarvan deelde den Ier mede waarom hij in deze streken gekomen was en vroeg hem, of hij niet gehoord had dat een Engelsche driemaster, de Britannia, nog geen twee jaar geleden op de westkust van Australië was vergaan. "De Ier had nooit van deze schipbreuk hooren spreken; maar tot groote verwondering van de omstanders zeide een van zijn ondergeschikten: ""Mylord, loof en dank den Heer.

De Duncan, men zal het zich herinneren, was het jacht van lord Glenarvan, die Ayrton op het eilandje had achtergelaten en die hem nu misschien kwam afhalen. Het eilandje was nu zoover niet van het eiland Lincoln verwijderd, dat een schip, welks koers daarheen was, niet in het gezicht kon komen van het andere eiland.

De lengte was dus onbekend, maar volgde men den zeven en dertigsten zuider-breedtegraad over land en zee, dan was men zeker op de plek te komen die door kapitein Grant en zijn lotgenooten bewoond werd. "Toen de engelsche admiraliteit aarzelde dit onderzoek te ondernemen, besloot lord Glenarvan alles te beproeven om den kapitein terug te vinden.

Lady Glenarvan nam intusschen op zich den weerstand van den bandiet te overwinnen. Ayrton werd door haar toedoen overgehaald te spreken en stelde lord Glenarvan voor, hem niet aan de engelsche autoriteit over te leveren, maar op een der eilanden in de Stille Zee achter te laten in ruil voor hetgeen hij hem zou kunnen zeggen.

Hij deed het volgende verhaal, waarin hij geen enkel maal door zijn hoorders gestoord werd: "Den 20sten December 1854, wierp een plezierjacht, de Duncan geheeten, het anker voor kaap Bernouilli; het behoorde aan een schotsch edelman, lord Glenarvan.