United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Oude sukkeleers hinkepatjinkten achterna, bezeerd door 't zware geweld van de zonne, en ze kromden hun rugge om 't vuur van haar hevig gestraal te ontweren. Jonge guiten, met witte kaakjes bevuild door den damp, joepten van links naar rechts, druk bezig met rap gespeel.

Voorzichtig tort iemand langs de trap naar boven, en ging Goedele's deure voorbij: door de splete herkende zij Rik. Hij stapte gebukt door en trachtte 't gestraal der keerse, die hij droeg, met vreesachtige vingeren weg te bergen. Ze hoorde dat hij de leege zalen binnenging. Deze leege zalen bezocht nooit iemand. Om de maand werden ze schoongeschuurd en verlucht.

Dat vlammengetingel boven de straten; die lichten zooals zij zich saâmrijen tot lijnen lichts, om weg te ijlen en te vervlieden in de oneindigheid van den nacht, tusschen de vage kolossen der huizen dommelend in het rossige duister; die slingers van glans boven de grachten, die andere rijen oproepen van stil wiegend vuur in het peilloos donkere water; dat gestraal boven pleinen en wijde gezichten; die heksendansen van lichtjes, gloeiende hiëroglyfen-reeksen, teekenen en wonderen van vuur, afschijnsels, stralende projecties der stad op de ruimte geteekend.

Prettig-wild stoof de sneeuw toen-ie met Juda tusschen de menigte liep. Den grauwen hemel zag je niet door 't wijde gestraal, 't druk-sproeiend wriemlen der vlokken. Voor hen gingen mannen met sneeuwplakken op de hoedbollen, sneeuwstrooisels op de schouders, sneeuw op de ruggen, sneeuw in de haren, sneeuw op de schoenen, sneeuw om de hoofden.

Bedwelmend was haar gansche aangezicht, verlicht, boven den blos der wangen, door 't geheimzinnig gestraal van wonderbare blikken. Zoo was Mariëtte wel.... Maar wat somberde ommendom de donkere glimming van bruine haren? Mariëtte moest blond zijn. Goedele kreeg hoofdpijn en ze bracht haar zakdoek over hare oogen. Weer keek ze naar het tooverig beeld. Is dat ... Mariëtte...?

De zonne komt u volgzaam na en velt op uw geglimde spa, terwijl gij zucht en arrebeidt, den blik van heur' hoogmogendheid. En, spittende in dat hel gestraal, zoo keert uw werkzaam akkerstaal med een den grond, en zendt den schicht terug naar mij, van 't zonnelicht.

Ze was tewege het te zeggen, dat het geen asem meer had. Romaan.... Ssjt!... Wiezeken stak haar linkerhandje uit. Haar mondje viel open en een moeielijk geronk ratelde in haar kele. Hare oogen lagen toe en een blauw streepken randde er onder aan. In de hoekjes tinkelde een klare traan en 't licht, dat tusschen de gordijnen neerzijpelde, speelde er met luttel gestraal. Laat me haar hoofd opheffen.

De liefde is heilig, als zij grondelijk is en ons gansche vleesch beheerscht en dan heeft ze paal noch perk, en dan kennen wij geen mate om ze te meten en geen banden om ze te dwingen. Dan is ze ons zelf, geheel en al, en heilig ... en overal.... Ik weet zoo geen liefde. Hij boog zijn hoofd, precies om een hevig gestraal der zonne te ontvluchten en zichtbaar hergingen rijzekens zijne lippen.

Anders wordt het: achter 't diepst Dier diepte zie 'k een schaduw, een gestalte: 't Is Hij, gekleed in van zijn eigen glimlach Het zachte licht dat om hem henen spreidt Als straling van de wolk-omkringde maan! Prometheus, het is de uwe! Vlied nog niet! Zegt niet die glimlach dat we elkander eens Weer zullen vinden in die heldre tent Die zijn gestraal bouwe op de woeste wereld?

Terwijl wiesch Jan zich de voeten, geleund tegen den kalkmuur, wrijvend met vuilige vingers over het horrelvoetje, vleeschklomp die zwaar leek te hangen aan 't broos, mager been. De schoenmaker, weer terug in het geluw gestraal van den deurpost, dat traag zich verwijdde en licht-vlakking gaf op 't bijtend gegroef der oude poortsteenen, gromde mistroostig.