United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, de geroepenen schrikken nog weg, als het heet: »Gaat in door de enge poortmaar haast nog volhardender is hun afslaan van de noodiging, als het heet: »Komt tot de bruiloftOok naar die bruiloft van het Lam wil de in zonde verzonken mensch niet heen. De Heere zegt het duidelijk: ze weigeren allen. Ze weigeren op allerlei grond, onder allerlei voorwendsel, soms zelfs boosaardig.

Eenerzijds: Wie ten leven wil ingaan, ga in door de enge poort, neme zijn kruis op en verloochene zichzelven; maar ook anderzijds daarnaast en daartegenover de vriendelijke schildering van een heugelijk bruiloftsfeest, waartoe de Heere zijn geroepenen noodigt.

De kerker werd eindelijk geopend, en een overste, door wapenknechten vergezeld, riep bij name Ivo-den-wolvenjager en Benkin-den-schutter op, om hem voor de rechtbank te volgen. Men drukte den geroepenen de handen en herinnerde hun de gedane belofte tot onplooibaren moed.

Daartegenover opkomend de Zonne der gerechtigheid. En nu uit den purpergloed, die hierdoor geboren wordt, komen als tienduizenden dauwdroppen zoo ontelbaar en zoo schoon zijn geroepenen Hem tegen, en vormen om Hem als een machtig, onafzienbaar heir, dat in schitterenden dos zich opmaakt en aanbiedt, om onder Hem en met Hem en voor Hem op den dag zijner heirkracht te strijden.

Nauwelijks was het bepaalde uur verschenen of de trompers gingen rond en daagden bij name Rambold Tancmar en Burchard Knap voor het hooger ridderhof. De geroepenen, door hunne bijzonderste bloedverwanten gevolgd, traden in de groote zaal van den burg. Hun werden, elk langs eene zijde, banken aangewezen, ten dien einde te midden der zaal gesteld.

Toen het helder dag werd en de storm een weinig bedaarde, hief de donna, die halfdood was, het hoofd op en zoo zwak als zij was, begon zij dan die, dan gene van haar metgezellen aan te roepen; maar zij riep voor niets, want de geroepenen waren veel te ver weg. Daar zij op niets antwoord hoorde geven, noch iemand zag, verwonderde zij zich zeer en begon zeer bevreesd te worden.

En nu volgde de toepassing, waarbij hij zich naar burgemeesters bank wendde: Wij zijn de geroepenen en de gezalfden om de waarheid te verkondigen, sprak hij: Wat moet er worden van een land, welks hoofd de ware religie verdrukt en den vijanden des geloofs voet geeft? De Heere bezoekt ons met zware plagen. De vijand ligt voor de grenzen, en wie weet, wanneer hij in het land, in uwe stad zal zijn!

Vraagt het aan de edelen onder de strijders, of hun hart, in weerwil van alle doodsverachting, niet een oogenblik onrustig klopte bij het naderen van den stond, toen ze voor 't eerst het bloed van geslachte menschen zouden zien. Ja, maar ze hebben dat aanstonds onderdrukt, want immers de overlevering zegt: wanneer de oorlog is verklaard, dan gelden de gewone aandoeningen niet meer, menschen zijn dan eigenlijk voorwerpen sabel-, geweer- en kanonspijs, of wilt gij 't liever, ze zijn de geroepenen op hooger bevel, de dienaars van vorst en Vaderland! Al die fraaie gevoelens uit den lieven vredestijd komen niet meer in aanmerking. Geen weekheid, zwakheid of lafhartigheid!! A la guerre comme

Van die kronen zingen de gezaligden, »dat ze al hun kronen nederwerpen voor het heilig Godslam«. Want Hem, die de doornenkroon om hunnentwil zich op de bloedige slapen liet drukken, Hem komt van elk zijner verlosten die kroon der eere toe. Maar dan is er nog een derde kroon, »de kroon des levens«, de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid, en die kroon zullen al Gods geroepenen eeuwiglijk dragen.

Zodra de laatste der geroepenen genaderd was, deed de Landvoogd een teken, en de acht Klauwaards werden ondanks hun tegenstand met koorden gebonden. Een klagend gemor ontstond onder het volk, maar een deel ruiters, die zich dreigend bij de menigte schikten, deden dit gerucht welhaast verdoven.