United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Legden de Hervormden er zich op toe, om bij de beschouwing van den weg der zaligheid alles alléén aan God toe te schrijven, terwijl de mensch in zijne geheele bedorvenheid daartoe niets kon bijbrengen, en bij de genoegzaamheid der plaatsvervangende gehoorzaamheid van Christus ook niet behoefde; de Doopsgezinden moesten afkeerig zijn van zulk eene voorstelling, in welke zij geene drangredenen tot eenen christelijken wandel konden vinden en die eigene werkzaamheid en spanning van zedelijke krachten onnoodig maakte.

Hartog over: De Genoegzaamheid der Deugd; de opinies loopen uiteen en Sara critiseert; zij is 't eens met Edeling. DRIE EN ZEVENTIGSTE BRIEF. Sara verzoekt tante Hofland haar mee te deelen, wanneer ze haar klavier, guitaar en muziek kan laten halen. Ge-eerde Heer en Voogd!

Er zijn onder de talrijke personen, die in Indië eene betrekking bekleeden in dienst van het Nederlandsch-Indische Gouvernement, velen, die met eene bijzondere soort van trots, vol genoegzaamheid, zoo gaarne tegenover particulieren zeggen: "mijnheer ik ben ambtenaar." Ge hebt inderdaad als ambtenaar veel voor.

Uit het spreekwoord klinkt de diepe genoegzaamheid, die grenst aan de wijsheid van hen, die de wereld tot den grond hebben gepeild, en haar aanzien met een glimlach; de weldadige wijsheid van het spreekwoord ligt in zijn resignatie. "Les grans poissons mangent les plus petis." "Les mal vestus assiet on dos au vent." Daar ligt de sociale rechtvaardigheid.

Zij is eene levensgesteldheid bij welke het gemoed, na al kampend en werend geheel de have van algemeen menschelijke neigingen, behoeften, gevoeligheden en illusiën te hebben moeten prijsgeven, met zijn laatst en veelal dierbaarst goed gelijk een monnik met een kostbaar handschrift in zijne kluis zich heeft opgesloten in zichzelven, en, aldus gewapend, in zichzelven de genoegzaamheid gevonden heeft.

De spotnamen van steden en dorpen berusten grootendeels op een bekrompen gevoel van plaatselijke genoegzaamheid en laatdunkendheid, dat ruime wederzijdsche waardeering, ja zelfs erkenning van volks- en stamgenootschap belet. Natuurlijk draagt een te nauw besloten-zijn binnen de wallen en een te eng vasthouden aan de plek, waar men geboren en getogen is, hiervan de meeste schuld.

Vandaar de verwonderlijke hoogte waarin menschen het brengen in zaken, waarin zij zich bijzonder oefenen, doch hierbij werken de beperktheid der bewuste aanschouwing, de levensomstandigheden en zeker besef van genoegzaamheid, die anders versnellende toename der intellectuele ontwikkeling in het een of ander tegen.