United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar als dat geraas voortkomt uit een val, een waterval; als deze geheele oceaan in een lager bekken stort; als dat geloei wordt voortgebracht door eene vallende watermassa, dan moet de stroom versnellen en zijne toenemende snelheid kan mij eene maat aangeven van het gevaar, dat ons bedreigt. Ik onderzoek de stroomsnelheid. Zij is gelijk nul.

Op die plaats deed de rivier een sterk geloei hooren; aan de oevers gekomen herkende Ferguson den waterval van Gouina. Er was geene schuit op den oever, geen levend wezen.

Het gedruisch werd sterker, en het scheen ons toe dat men aan de deur klopte. Op hetzelfde oogenblik begonnen de paarden op stal woedend te hinneken, hieven de koebeesten een gesmoord geloei aan. Bleek van onrust, waren wij allen overeind gesprongen. Jacques snelde op de deur toe en trok haar wagenwijd open. Een stroom troebel water drong plotseling binnen en verspreidde zich door het vertrek.

Toen Hercules nu met de overige kudde verder wilde trekken, werd het geloei van zijne stieren beantwoord door éénen uit de grot en zoo Cacus' list ontdekt en hij zelf door Hercules met den dood gestraft. Zie Aeneis VIII vs 193. 33 omdat hij bij de tiende reeds dood was. 35 onder ons, d.w.z. onder de brug, waar wij op stonden.

Nu en dan stijgt een geweldig geloei, als van gewonde bisons, uit den schoot der aarde op, gelijk een kreet van smart en woede van den vertoornden titan.

Eensklaps bleef hij staan en Max en Llanga deden hetzelfde en keerden zich om. De lichtschijnsels trokken hunne aandacht niet meer, zij waren eensklaps als uitgeblazen en weder heerschte diepe duisternis om hen heen. Maar van den anderen kant klonk een dof geloei, een angstaanjagend geluid als van een naderenden stormwind.... "Wat is dat, Khamis?" riep Max Huber. "Terug! Terug! Naar het kamp!

Dan vervult een ongewoon gerucht de straten: het gehinnik der paarden, het gebalk der ezels, het geblaf der honden, het geloei der runderen, het gekakel van kippen, als ware de geheele stad ééne groote boerderij geworden.

"Hans heeft zich niet bedrogen", zeide hij; "wat gij daar hoort is het geloei van een stroom." "Van een stroom?" riep ik uit. "Er is geen twijfelen aan. Een onderaardsche stroom loopt om ons heen." Wij verhaastten onzen stap, door de hoop aangevuurd. Ik gevoelde geene vermoeidheid meer.

Intussentijd waren enige wachten genaderd en hadden de Deken der beenhouwers bij de kraag gevat: een andere ontvouwde reeds de koorden die hem moesten binden. Breydel had zolang hij sprekende was, weinig acht op deze bereidingen gegeven; maar zodra hij zijn gezicht van de Leliaards getrokken en op de wachten gestuurd had, kwam een doffe zucht als het geloei van een stier uit zijn borst.

"Help mij nu, den boom van de deur te lichten. Hier zijn de ossen, ziet u ze?" "Ik zie ze, zij zien er prachtig uit!" De beide ossen, die op het gras lagen, bleven onbeweeglijk als twee groote bergen. Maroessia streelde met haar kleine hand hun gehoornde koppen. Een dof geloei was het antwoord op de liefkoozingen van het kind. "Stil, stil," zei Maroessia haastig. "Je moet mij heel bedaard volgen!